Myo Plus App En Prothesecomponent Voor Het Eerst Met Elkaar Verbinden; Myo Plus App Voor Het Eerst Starten - Ottobock Myo Plus Instrucciones De Uso

7.2 Myo Plus App en prothesecomponent voor het eerst met elkaar verbinden

Voordat er voor het eerst verbinding wordt gemaakt, moeten de volgende punten in acht
worden genomen:
• De Bluetooth-functie van het eindapparaat moet ingeschakeld zijn.
• Het serienummer en de Bluetooth-PIN van de prothesecomponent waarmee verbinding wordt
gemaakt, moeten bekend zijn. Deze zijn te vinden op de meegeleverde Bluetooth PIN card.
Het serienummer begint met de letters "SN".

7.2.1 Myo Plus App voor het eerst starten

INFORMATIE
Voor het gebruik van de Myo Plus app moet de Bluetooth-functie van de prothese ingeschakeld
zijn.
Na het inschakelen van Bluetooth blijft dit gedurende ca. 5 minuten ingeschakeld. In deze tijd
moet de app worden gestart, en de verbinding worden gemaakt.
1) Raak het symbool van de Myo Plus App
→ De licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) verschijnt op het beeldscherm.
2) Als bij het eerste opstarten van de app naar autorisatie wordt gevraagd, dan moet deze wor­
den ingevoerd. Anders kan de app niet worden gestart
3) Accepteer de licentieovereenkomst (EULA). Als de licentieovereenkomst (EULA) niet wordt
geaccepteerd, kan de Myo Plus App niet worden gebruikt.
4) Het menupunt 'Bluetooth-verbinding' wordt geopend.
5) Raak aan om een verbinding te maken.
6) Kies de gewenste prothesecomponent uit de lijst.
7) Voer de Bluetooth-pincode in en raak 'Verbinden' aan.
→ Als er verbinding is, verschijnt het symbool
→ Nadat er met succes verbinding is gemaakt, worden de gegevens uit de prothesecomponent
uitgelezen. Daarna verschijnt de spiderplot.
7.3 Bedieningselementen van de Myo Plus App
Voor de aansturing van het product wordt er met de orthopedisch instrumentmaker getraind en
wordt een basisset opgenomen.
2
94
aan.
1. Onlinehulp oproepen
2. Weergave en naam van het op het moment geselecteerde
bewegingspatroon
3. Er is verbinding gemaakt met de prothesecomponent
4. Weergave van het gekozen scherm
5. Weergave en naam van het op het moment geselecteerde
menupunt
6. Navigatiemenu oproepen
.