Druk op de Modusknop om naar het volgende scherm te gaan.
ZUURSTOF
U kunt maximaal 60 L/min aanvullende zuurstof aansluiten van
o
O
een toevoer met regeling op de AIRVO 2. De AIRVO 2 heeft een
2
2
zuurstofanalysator die u helpt te bepalen welk zuurstofdeel u toedient
21
aan de patiënt. Het apparaat kan oorspronkelijk zijn ingesteld met
95
strakkere limieten.
Gebruik continue zuurstofbewaking voor patiënten bij wie sterke desatura-
%
O
2
21
tie kan optreden indien de zuurstoftoevoer onderbroken zou worden.
WAARSCHUWINGEN
Lees alle onderstaande waarschuwingen voordat u de AIRVO 2 met zuurstof
gebruikt:
• Het gebruik van zuurstof vereist bijzondere aandacht om het gevaar van brand
te verkleinen. Dienovereenkomstig is het voor de veiligheid noodzakelijk dat
alle ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld elektrocauterisatie of elektrochirurgie)
weggehouden worden van het apparaat en bij voorkeur uit de kamer waarin
deze wordt gebruikt. Gebruik geen zuurstof in ruimten waar wordt gerookt of
in aanwezigheid van open vuur. Het apparaat mag niet worden neergezet op
plaatsen waar de ventilatie rondom het apparaat wordt belemmerd.
• Er kan zich een spontane en krachtige ontbranding voordoen als olie, vet of
vettige stoffen in contact komen met onder druk staande zuurstof. Deze stoffen
moeten uit de buurt van alle zuurstofapparatuur worden gehouden.
• Zorg dat de AIRVO 2 is ingeschakeld voordat de zuurstof wordt aangesloten.
• Zuurstof mag uitsluitend worden toegevoegd via de speciale
zuurstofaansluiting aan de achterkant van het apparaat. Om ervoor te
zorgen dat de zuurstof op de juiste wijze het apparaat in stroomt, moet de
zuurstofaansluiting goed zijn aangesloten op de filterhouder en de filterhouder
goed zijn aangesloten op het apparaat. Ook de connector van het netsnoer
moet stevig vast zitten.
• Sluit geen extra zuurstof aan op de AIRVO 2 met een flowsnelheid die hoger
is dan de doelflowsnelheid van de AIRVO 2, omdat overmatige zuurstuf in de
omgeving wordt geventileerd, of met 60 L/min.
• De aan de patiënt toegediende zuurstofconcentratie kan worden beïnvloed
door wijzigingen in de flowinstelling, zuurstofinstelling en patiëntinterface, of
als het luchtpad is geblokkeerd.
• Schakel de zuurstoftoevoer na afloop weer uit. Verwijder vervolgens de
zuurstoftoevoerslang van de zuurstofaansluiting achter op het apparaat. De
zuurstofflow moet worden uitgeschakeld als het apparaat uit staat, zodat er
zich in het apparaat geen zuurstof kan ophopen.
• De zuurstofanalysator in de AIRVO 2 maakt gebruik van ultrasone
meettechnologie. Deze hoeft niet ter plaatse gekalibreerd te worden. De
zuurstofanalysator is ontworpen voor gebruik met pure zuurstof - het aansluiten
van andere gassen of gasmengsels leidt tot een onjuiste werking van het apparaat.
ZUURSTOF AANSLUITEN
Sluit de zuurstoftoevoer aan op de zuurstofaansluiting op de zijkant van
het apparaat. Zorg dat u de zuurstofslang stevig op deze aansluitpoort
drukt.
ZUURSTOF AFSTELLEN
Pas het zuurstofniveau aan op de zuurstofbron totdat het gewenste
zuurstofdeel wordt weergegeven op het scherm. Het kan enkele
minuten duren voordat de waarde constant is. U kunt het zuurstofdeel
instellen op een waarde tussen de maximum- en minimumwaarden die
boven en onder de pijl staan.
De realtime O
O
< 95%. Zuurstofdelen onder 25% en boven 95% worden echter
2
weergegeven als respectievelijk 21% en 100%.
Als het zuurstofdeel hoger is dan 95%, knippert de zuurstofwaarde rood
en laat het apparaat een pieptoon horen.
WAARSCHUWINGEN
• Als de inspiratoire piekbehoefte van de patiënt groter is dan de flow die wordt
afgeven door het apparaat, is het door de patiënt ingeademde zuurstofdeel
kleiner dan de op het scherm aangeven waarde vanwege het bijmengen van
omgevingslucht.
• Controleer of de juiste bloedsaturatie wordt bereikt bij de voorgeschreven flow.
Druk op de Modusknop om terug te gaan naar het overzichtsscherm.
-meting wordt weergegeven wanneer O
2
F – 8
> 25% en
2