4) Zet de montagehulpen en de accu's vast met het klittenband (757B35=3) of met tape
(757B35=1).
INFORMATIE: Breng het klittenband aan in de gleuf van de montagehulpen (zie
afb. 14). De overlappende uiteinden van het klittenband moeten tegen de accu's aan
zitten.
5) Schroef de accu's met de platkopbouten vast in de koker.
Samengevoegde accu-eenheden monteren
1) Plak de beide accu's en de montagehulp met de dubbelzijdige tape aan elkaar vast (zie
afb. 16).
2) Omwikkel de montagehulp en de accu's met het klittenband (757B35=3) of met tape
(757B35=1).
INFORMATIE: Breng het klittenband aan in de gleuf van de montagehulp.
7 Gebruik
7.1 Accu laden
1) Sluit de laadstekker aan op de laadbus van het product.
→ Door middel van feedback (Statussignalen) wordt aangegeven of de acculader goed met
het product is verbonden.
→ Het prothesesysteem wordt automatisch uitgeschakeld.
→ Het laden begint.
2) Koppel de acculader na het laden los van het product.
7.2 Weergave van de actuele laadtoestand
De laadtoestand kan op ieder gewenst moment worden opgevraagd.
1) Druk bij ingeschakeld prothesesysteem de toets van de laadbus (Taste betätigen) korter dan
een seconde in.
2) De led-indicator op de laadbus geeft informatie over de actuele laadtoestand (Statussigna
len).
7.3 Veiligheidsuitschakeling
De veiligheidsuitschakeling dient ter bescherming van de accu en wordt geactiveerd bij:
•
een te hoge of te lage temperatuur;
•
kortsluiting;
•
over- en onderspanning.
INFORMATIE
Na een veiligheidsuitschakeling moet de acculader worden aangesloten om de elektronica weer
te activeren.
8 Reiniging en dagelijks onderhoud
LET OP
Verkeerd onderhoud van de behuizing
Beschadiging van de behuizing door gebruik van oplosmiddelen zoals aceton, benzine e.d.
►
Reinig de behuizing uitsluitend met een vochtige doek en milde zeep (bijv. Ottobock Derma
Clean 453H10=1).
1) Reinig het product met een vochtige, zachte doek.
2) Droog het product af met een zachte doek.
3) Laat het achtergebleven vocht aan de lucht opdrogen.
Ottobock | 67