►
Reinig het product telkens nadat het in aanraking is geweest met de bovengenoemde stof
fen, onmiddellijk zoals beschreven in het hoofdstuk "Reiniging".
LET OP
Product wordt blootgesteld aan verkeerde omgevingscondities
Beschadigingen, bros worden of onherstelbare defecten door een verkeerd gebruik
►
Vermijd opslag bij condenserend omgevingsvocht.
►
Vermijd contact met schurende stoffen (bijv. zand en stof).
►
Stel het product niet bloot aan temperaturen lager dan -10 °C en hoger dan +60 °C
(bijv. sauna, overmatige zonnestraling, drogen op de verwarming).
5 Gebruiksklaar maken
VOORZICHTIG
Verkeerd in model brengen of aanbrengen
Verwondingen en beschadiging van de orthese door overbelasting van het materiaal en verkeerd
zitten van de orthese door breuk van dragende delen
►
Verander niets aan de orthese, wanneer u hierin niet deskundig bent.
►
Breng de orthese altijd aan volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing.
VOORZICHTIG
Verkeerde opbouw, montage of instelling
Gevaar voor verwonding door functieverandering of -verlies
►
Montage-, instel- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
vakspecialisten.
Neem de opbouw-, montage- en instelinstructies in acht.
►
LET OP
Thermische overbelasting van de productonderdelen
Functieverlies door verkeerde thermische bewerking
►
Verwijder, voordat u het product gaat bewerken, alle niet tegen hogere temperaturen
bestendige onderdelen (bijv. kunststof onderdelen).
5.1 Montage
Bovenstuk van de voetbeugel aanpassen
Benodigd gereedschap: viltstift, handbeugelzaag, vijl, schuurpapier
>
1) De inlegzool of binnensandaal vormgeven.
2) Plaats het bovenstuk van de voetbeugel samen met het onderstuk en de gevormde inlegzool
aan de voet van de patiënt. Daarbij moet zich de Torxbout van het orthese-enkelscharnier ter
hoogte van de laterale malleolus (zie afb. 3) bevinden.
3) Markeer de hoogte van het onderstuk van de voetbeugel met een viltstift op het bovenstuk
ervan (zie afb. 4).
4) Kort het bovenstuk van de voetbeugel tussen 2 boorgaten zo in, dat onder de markering
minstens 2 en maximaal 3 boorgaten overblijven (zie afb. 5).
5) Rond de zaagsnede af en ontbraam deze.
6) Optioneel: Om beschadigingen van de schoen te voorkomen kan het nodig zijn het overblij
vende deel van het bovenstuk van de voetbeugel in te korten tot 2 boorgaten.
66