Gebruiksaanwijzing - Boston Scientific Expect Slimline M00555500 Instrucciones De Uso

Aguja de aspiración por ecografía endoscópica
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 8
1(a)
1(a)
1(b)
1(b)
afbeelding 1.
1(a): normaal gebruik (schuiven)
1(b): wordt vergrendeld om vacuüm te handhaven
1. Controleer de afsluiter (afbeelding 1(a)). De afsluiter heeft twee luer-
aansluitingen voor bevestiging van de naald en de spuit. Als de afsluiter in de
open stand staat, kan er lucht in en uit de spuit stromen. De afsluiter is open
wanneer deze parallel aan de spuit staat; de afsluiter is gesloten wanneer
deze loodrecht op de spuit staat (zoals weergegeven).
2. Controleer de spuit (afbeelding 1). De cilinder van de spuit is voorzien
van één aanslagpen (afbeelding 1(d)) en de spuitplunjer heeft vier
vergrendelribben (afbeelding 1(c)). Door manoeuvreren van de spuitplunjer
in de spuitcilinder kan de spuit worden vergrendeld en ontgrendeld. Om de
spuit te vergrendelen, trekt u de plunjer terug totdat deze op één lijn ligt met
het gewenste aspiratievolume (afbeelding 1(a)). Draai de plunjer rechtsom
zodat de vergrendelpen aangrijpt op de vergrendelribben van de plunjer
(afbeelding 1(b)). Draai de plunjer linksom om de vergrendeling op te heffen.
opmerking: De afsluiter dient om de aspiratie te handhaven tijdens de
ingreep.
let op: Als de afsluiter niet in de juiste stand staat, wordt er mogelijk geen
toereikende aspiratie verkregen.
product gebruiken
2(c) 2(d)
2(a)
2(b)
afbeelding 2.
2(a): luer-koppeling
2(b): schaal voor hulsafstelling
2(c): vergrendeling hulsafstelling
1(d)
1(d)
1(c)
1(c)
1(c): vergrendelribben
1(d): aanslagpen
2(f)
2(e)
2(d): vergrendeling naaldafstelling
2(e): schaal voor naalddiepte
2(f): aspiratiepoort en stiletdop

Gebruiksaanwijzing

Zie voor verdere instructies per indicatie de specifieke instructies hieronder.
Instructies voor voorbereiding:
1. Neem de naald uit de verpakking en controleer deze op beschadiging.
2. Verzeker u ervan dat de naald volledig is teruggetrokken en dat de
vergrendeling van de naaldafstelling (afbeelding 2(d)) goed op de stand nul is
gezet (afbeelding 2(e)).
3. Bepaal de juiste hulslengte in relatie tot de lengte van de echo-endoscoop.
Stel met behulp van de vergrendeling van de hulsafstelling (afbeelding 2(c))
de gewenste lengte van de huls af en zet de huls op zijn plaats vast. Draai
de vergrendeling van de hulsafstelling rechtsom om de huls op zijn plaats
vast te zetten. Het distale uiteinde van de huls moet zichtbaar zijn op het
endoscopische beeld.
opmerking: De referentienummers en markeringen op de schaal voor
hulsafstelling (afbeelding 2(b)) zijn uitsluitend bedoeld ter referentie.
4. Draai aan de regelknop voor de endoscoopelevator om de elevator in de
onderste stand te brengen.
let op: Als u vóór het inbrengen van het instrument de elevator niet in de
onderste stand zet, kan het instrument beschadigd raken.
5. Breng de katheter in het werkkanaal van de echo-endoscoop in. Voer het
instrument langzaam door het werkkanaal van de echo-endoscoop op.
let op: Als er weerstand voelbaar is, stop dan met duwen en plaats de
katheter of de echo-endoscoop opnieuw. Wanneer u te hard duwt, kan de
echo-endoscoop beschadigd raken.
6. Ga verder met opvoeren van het instrument tot het uit de echo-endoscoop
komt en de huls zichtbaar is op het endoscopische beeld. Draai de luer-
koppeling (afbeelding 2(a)) rechtsom vast om het instrument aan de poort van
het werkkanaal van de echo-endoscoop te bevestigen.
opmerking: Als de lengte van de huls moet worden aangepast, draait u de
vergrendeling van de hulsafstelling (afbeelding 2(c)) los en verplaatst u deze
naar het juiste referentiepunt.
let op: Zet de luer-aansluiting niet te strak vast tegen de echo-endoscoop,
omdat de echo-endoscoop hierdoor beschadigd kan raken.
let op: Controleer voordat u de naald opvoert of het instrument goed op
de echo-endoscoop is bevestigd en of zowel de vergrendeling van de
naaldafstelling als die van de hulsafstelling goed zijn vastgezet. Anders kan de
echo-endoscoop beschadigd raken.
let op: De insufflatieprestaties kunnen afnemen als het instrument op de
echo-endoscoop is aangesloten.
7. Controleer de afstand van het distale uiteinde van de huls tot het doelgebied
aan de hand van het echografiebeeld.
8. Stel de penetratiediepte van de naald af op de gewenste stand met
de vergrendeling van de naaldafstelling (afbeelding 2(d)). Als u de
penetratiediepte van de naald in het doelgebied wilt aanpassen,
39
Black (K) ∆E ≤5.0

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido