Bediening van de mistblazer
Om het motortoerental te verhogen, grijpt u de bedieningsgreep (de uitstand-
borgknop wordt bij het vastgrijpen losgezet) en trekt u aan de gasgeeftrekker.
De druk die u op de gasgeeftrekker uitoefent bepaalt het motortoerental.
De stand van de stopregelhendel kan de hoek van de gasgeeftrekker beperken.
De stopregelhendel heeft vier standen. "O"(motorstop), "I", en twee standen voor het
beperken van de gasgeeftrekkerstand.
In stand "I" wordt het motortoerental niet beperkt (dus kunt u de gasgeeftrekker
helemaal intrekken).
De hoek van de gasgeeftrekker wordt beperkt vanaf één stap boven de stand "I". De
gasgeeftrekker wordt nog sterker beperkt wanneer u de stopregelhendel nog een
stapje verder voorbij stand "I" zet.
Stel het motortoerental af op de vereisten van de werkplek en de werkomstandigheden.
Stroomsnelheid-regelknop
Met de stroomsnelheid-regelknop kunt u een ruim bereik aan stroomsnelheden
kiezen.
Regelen van de stroomsnelheid
Draai de stroomsnelheid-regelknop (1) op het tussenmondstuk zo dat het cijfer op de
stroomsnelheid-regelknop tegenover het driehoekige pijltje (2) staat om de gewenste
stroomsnelheid te kiezen.
Uitstroomsnelheid
Sproei door de rechte pijp in een hoek van 0 graden tot een negatief aantal graden vanuit de horizontale stand te houden.
Stand van de knop
1
2
3
4
OPMERKING:
Gebruik de getallen in de bovenstaande tabel als richtlijn en onthoud dat ze moeten worden bijgesteld, al naar gelang het soortelijk gewicht
●
van de chemische oplossing in de sproeimiddeltank.
Sproeimiddel-toevoerhendel
Om de toevoer van sproeimiddel te starten (A) draait u de sproeimiddel-toevoerhendel
(1) horizontaal, parallel aan de buis.
Om de toevoer van sproeimiddel te stoppen (B) draait u de sproeimiddel-
toevoerhendel verticaal, haaks op de buis.
Uitstroomsnelheid (L/min) (gemiddelde waarde)
0,36
1,0
1,6
2,5
127
(2)
(1)
(A)
(B)
(1)