Aan de hendel (15) trekken. De beschermkap (12) aanbrengen in de weergegeven positie.
De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt.
Aan de hendel trekken (15) en de beschermkap zo draaien, dat het gesloten deel naar de
gebruiker wijst.
Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan
de beschermkap kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap gebruiken waar de beschermkap minstens 3,4 mm
boven uitsteekt.
Stoffilter:
Aanbrengen:
Stoffilter (10) aanbrengen zoals weergegeven.
Afnemen:
Het stoffilter (10) aan de bovenkant enigszins optillen en naar beneden afnemen.
Draaibaar accupack:
Accupack uitnemen, inbrengen:
Uitnemen:
De toets voor de accupack-ontgrendeling (8) indrukken en het accupack (9) er naar voren
uittrekken.
Inbrengen:
Accupack (9) erop schuiven tot het inklikt.
RO BC14/36 Acculader, RO BP18/2 en RO BP18/4 Accu (afb. B):
Controleer voordat de machine in gebruik wordt genomen of de op het
typeplaatje aangegeven spanning overeenkomt met de netspanning.
Apparaten zoals deze, die gelijkstroom opwekken, kunnen eenvoudige differentieelschakelaars
beïnvloeden. Gebruik type F of hoger, met een uitschakelstroom van max. 30 mA.
Zorg er voor de ingebruikneming van de acculader voor dat de
ventilatiesleuven vrij zijn. Minimale afstand tot andere voorwerpen ong. 5 cm!
Zelftest:
Netstekker insteken.
De waarschuwings-LED (4) en de bedrijfs-LED (3) lichten na elkaar ca. 1 seconde op, de
ingebouwde ventilator loopt ca. 5 seconden.
Accupack:
Het accupack (1) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
Bij een sterk verontreinigde omgeving altijd het stoffilter
(10) aanbrengen.
Met een aangebracht stoffilter (10) wordt de machine
sneller warm. De elektronica beschermt de machine
tegen oververhitting (zie hoofdstuk 5.).
Het achterdeel van de machine kan in 3 stappen 270° worden
gedraaid, zodat de vorm van de machine aangepast kan worden
aan de arbeidsomstandigheden. Alleen in ingeklikte stand gebrui-
ken.
NEDERLANDS
85