104 |
VERBINDING MET DE WATERLEIDING
Verbindt de buis voor de ingang van water met de
waterleiding met behulp van een mechanisch filter en een
aftapkraan.
Verbindt de afvoerbuis van de uitrusting met de leiding.
VERBINDING MET DE GASINSTALLATIE
Controleer, voor het installeren, dat de plaatselijke
condities van levering (soort en druk van het gas) en de
wijze waarop het apparaat is afgesteld met elkaar overeen
komen. Mocht dit niet zo zijn gebruik dan een ander soort
gas. De regelstand van dit apparaat is weergegeven door
de gegevens op kenplaatje.
De aansluiting op de gasinstallatie moet in het zicht en
met gebruik van metalen buizen van gegalvaniseerd staal
of koper uitgevoerd worden.
Elk apparaat moet met een eigen kraantje op de
gasinstallatie aangesloten worden. Het kraantje moet
makkelijk toegankelijk zijn en moet elke keer na gebruik
gesloten worden. De verbinding tussen de buizen van
de apparaten en die van het gas moeten uitgevoerd
worden met driedelige metalen koppelingen zodat het
demonteren en opnieuw monteren van het apparaat
vergemakkelijkt wordt. De lekdichtheid op de draad van
NL
de koppeling kan worden verzekerd door het gebruik van
materiaal dat door de fabrikant ook specifiek geschikt
verklaard is voor gas.
INBEDRIJFSTELLING
Controle van het nominale thermische vermogen
In het geval de apparatuur voor het eerst geïnstalleerd
wordt of wanneer er over gegaan wordt op een ander soort
gas en in alle gevallen van onderhoud moet het thermisch
vermogen van de apparatuur gecontroleerd worden door
de hier weergegeven aanwijzingen te volgen.
Er bestaat geen extra mogelijkheid om het thermisch
vermogen te regelen.
Het functioneren van de apparatuur op nominaal
thermisch vermogen en op het minimum verkrijgt men
door het meten van de juiste aansluitingsdruk en met
het controleren van de geschiktheid van de gebruikte
spuitmondjes. De hiervoor uit te voeren werkzaamheden
worden genoemd in de volgende paragrafen. Aan het
einde van deze controle gaat men over op de controle
van het functioneren zoals weergegeven is in de paragraaf
"controle functioneren".
CONTROLE VAN DE TOEVOERDRUK
De
toevoerdruk
vloeistofdrukmeter (bijv. een drukmeter in U-vorm,
minimumdefinitie 0,1 mbar).
WATERAFVOER
moet
gemeten
worden
met
MOD.
N°:
- Haal de schroef "A" weg van het contact van
Qn
de toevoerdruk, die zich aan het begin van de
V
kW:
Hz: 50/60
omhoogkomende buis bevindt (fig.1).
- Maak de U-vormige drukmeter er aan vast.
- Zet het apparaat aan.
- Meet de toevoerdruk.
- Ligt de aansluitingsdruk niet binnen het voorgeschreven
bereik (zie de technische kenmerken op het kenplaatje)
dan kan het apparaat in geen enkel geval gebruikt
worden. Het gasbedrijf moet ervan op de hoogte
gesteld worden.
- Na het meten van de aansluitingsdruk moet de
U-vormige drukmeter verwijderd worden en de
dichtingschroef opnieuw aangebracht worden.
CONTROLE GASLEKKEN
Na de installatiewerkzaamheden moet er gecontroleerd
worden of er geen gaslekken zijn. Dit kan gedaan worden
met gebruik van zeepwater dat op de aansluitingen en
verbindingen met een kwast aangebracht kan worden; de
minste lekkage wordt aangegeven door het verschijnen
van zeepbellen. Een andere manier om eventuele
lekkages op te sporen is de gasmeter, als deze aanwezig
is, gedurende 10 minuten te controleren op het meten van
gasverbruik.
LET OP: gebruik nooit vlammen om gaslekken op te
sporen.
VERANDERINGEN VAN SOORTEN GAS
Het apparaat is getest en geschikt voor werking met het
soort gas dat aangeduid wordt op het kenplaatje met
technische kenmerken. Als het gas waar het apparaat
op afgesteld is anders is dan waarop het apparaat is
aangesloten moeten er veranderingen op het apparaat
uitgevoerd worden waarbij de hieropvolgende adviezen
nauwkeurig nageleefd moeten worden:
1) Vervanging van de spuitmond van de brander
De spuitmonden worden toegankelijk door de deurtjes
van de kast te openen of door het bedieningspaneel te
demonteren.
Schroef ze los en vervang ze door de juiste spuitmonden
volgens de tabel branders. Let erop de pakking van
lekdichting, waar deze aanwezig is, niet te verliezen en
weer terug te plaatsen.
2) Vervanging of afstelling spuitmond van het minimum
(fig.2)
De
spuitmonden
worden
bedieningspaneel te demonteren.
- Voor GPL de schroef van het minimum "B" van het
een
kraantje losdraaien en vervangen door een voor het
beschikbare gas geschikte schroef (zie tabel branders)
en schroef deze goed vast.
IPX
toegankelijk
door
het