Rijden
LET OP: De machine is niet goedgekeurd voor
gebruik op de openbare weg. U mag de machine
(overeenkomstig het Wegenverkeersreglement)
alleen op privéterrein gebruiken dat voor openbaar
wegverkeer afgesloten is.
VOORZICHTIG: Indien u zich met de machine op een
vlak terrein verplaatst, moet het mes uitgeschakeld zijn
en moet het maaidek in de hoogste stand staan (stand
7). Bij verplaatsingen op een stijgende of dalende helling
moet het maaidek in de laagst mogelijk stand worden
gezet om de grootste stabiliteit van de machine te
garanderen.
Zet de gashendel in een stand tussen"LANGZAAM" en "SNEL";
schakel de parkeerrem uit door de remhendel naar rechts te
verplaatsen.
NL
Zet de gashendel in de stand "SNEL" en bereik de gewenste
snelheid door de hendel en het snelheidsregelingspedaal in
de vooruitversnelling te bedienen. Het pedaal moet
geleidelijk worden bediend om te voorkomen dat de machine
gaat steigeren en u de controle erover verliest door een te
plotselinge inschakeling van de wielaandrijving.
Remmen
O m t e r e m m e n h a a l t u u w v o e t v a n h e t
snelheidsregelingspedaal dat u op dat moment gebruikt. De
machine wordt in slechts enkele seconden gestopt.
LET OP: Gebruik het snelheidsregelingspedaal voor
het omkeren ten opzicht van de rijrichting nooit als
r e m .
B i j v o o r b e e l d :
snelheidsregelingspedaal van de achteruitversnelling
niet, wanneer de machine vooruit rijdt.
Achteruitrijden
Zet de gashendel in de stand "SNEL" en bereik de gewenste
snelheid door de hendel en het snelheidsregelingspedaal in
de achteruitversnelling te bedienen. Het pedaal moet
geleidelijk worden bediend om te voorkomen dat u de
controle over de machine verliest door een te plotselinge
inschakeling van de wielaandrijving.
6.3 Het gras maaien
Het gras kan zowel in de vooruit- als in de achteruitversnelling
worden gemaaid.
Het gras maaien in de vooruitversnelling
Het mes inschakelen en rijden
Als u zich op het gazon bevindt:
-
zet de gashendel in de stand "SNEL";
-
schakel het mes in met de knop door hem in de "START"-
stand te zetten;
-
om het rijden te beginnen moeten de snelheidsregelaars
bediend worden. Denk eraan het pedaal heel langzaam en
voorzichtig op te laten komen zoals reeds eerder
beschreven is. Op deze manier wordt de snelheid
geleidelijk aan de condities van het gazon aangepast.
Schakel het mes altijd in wanneer het maaidek in de
hoogste stand staat en bereik daarna geleidelijk de
gewenste hoogte. Voor goede prestaties en een gelijkmatig
maairesultaat moet de rijsnelheid worden gekozen
afhankelijk van de hoeveelheid te maaien gras (lengte en
dichtheid) en van de vochtigheid van het gazon.
Het is hoe dan ook goed om de snelheid te verlagen wanneer
het motortoerental afneemt. Denk eraan dat geen mooi
maairesultaat wordt verkregen als de rijsnelheid te hoog is.
Schakel het mes uit en zet het maaidek in de hoogste stand
92
wanneer u een obstakel moet passeren.
Het gras maaien in de achteruitversnelling
Het mes inschakelen en achteruitrijden
Ga als volgt te werk om de machine achteruit te laten maaien:
1.
2.
3.
4.
5.
Gebruik de vrijgavefunctie voor het achteruit maaien alleen
als dat strikt noodzakelijk is.
Volg alle aanwijzingen in de vorige paragraaf 'Het gras maaien
in de vooruitversnelling' .
Instellen van de maaihoogte
De maaihoogte kan worden afgesteld met de hendel
(G, Fig.10) die 7 standen heeft.
Instellen van de sensor opvangzak vol
De sensor die signaleert dat de zak vol is kan met de schroef
(A, Fig.12) in twee standen worden afgesteld:
1) Met volledig uitgeschoven stang is de sensor gevoeliger en
dit is geschikt voor het maaien van droog gras.
2) Met volledig ingeschoven stang is de sensor minder
gevoelig en dit is geschikt voor het maaien van nat gras.
g e b r u i k
h e t
De opvangzak legen
Dit mag u alleen doen als het mes uitgeschakeld is. Als dit
niet het geval is dan zal de motor afslaan. Als de opvangbak
vol is, dan wordt dit door een geluidssignaal gemeld. Stop nu
met rijden om te voorkomen dat het uitwerpkanaal verstopt
raakt. Door het mes uit te schakelen wordt het signaal
onderbroken. Maak de zak leeg door hem aan de handgreep
op te tillen. Het kan gebeuren dat het geluidssignaal, nadat u
de zak geleegd hebt, weer afgegeven wordt op het moment
dat u het mes inschakelt. Dit is te wijten aan gras dat op de
voeler van de signaleringsmicroschakelaar achtergebleven is;
in dit geval hoeft u slechts het achtergebleven gras te
verwijderen of het mes uit te schakelen en meteen weer in te
schakelen om het op te laten houden.
Hellende terreinen
Zie paragraaf Gebruik op hellingen op pag. 90.
Zijuitworp
Als de bestuurder het gras niet wil opvangen, maar op het
terrein wil achterlaten, wordt de kit voor de zijuitworp bij de
machine geleverd.
De kit bestaat uit twee onderdelen, één van metaal (A, Fig.14)
en één van kunststof (B) die aan elkaar moeten worden
vastgemaakt met de 3 schroeven (C) en de bijbehorende
moeren en sluitringen. Laat de vierkante vorm van de gaten
samenvallen met de vierkante vorm van de schroeven en
plaats de schroeven er van binnenuit in.
De kit die op deze manier gemonteerd is moet in de
behuizing van het maaidek worden geplaatst, nadat de
veiligheidspen (D) verwijderd is en de haak (E) losgemaakt is
om de klep (F) te openen.
Steek het lipje (G) in de rand van de behuizing om de
zijuitworp te bevestigen. Het andere lipje (H) moet met de
haak (E) worden geblokkeerd. Plaats de veiligheidspen (D)
terug.
stop de machine
schakel de aandrijving van het mes uit (STOP- stand)
zet de sleutel op het bedieningspaneel van de stand 1
(bedrijf ) in de stand R (achteruit maaien)
schakel de aandrijving van het mes in (START- stand)
begin met maaien in de achteruitversnelling