-
aanzienlijk anatomische afwijkingen
van de beenlengte in verhouding tot het
totale lichaam;
-
medische implantaten, zoals kunstge-
wrichten of operationeel geplaatste mate-
rialen voor de stabilisatie van
botbreuken (metalen platen, schroeven).
10.4 Uitvoering van de
weging
1. Druk op de toets SET 2. De weeg-
schaal wordt ingeschakeld. Nu wordt
het menu voor de profielinstellingen
weergegeven. Op het display 3 knip-
pert het profielnummer achter P.
2. Stel met de toetsen
lijke profielnummer in (tussen P0 en P9).
3. Wacht tot op het display 3 0.0 kg (0.0
lb / 0: 0.0 st:lb) wordt weergegeven,
of
druk zo vaak op de toets SET 2, tot op
het display 3 0.0 kg (0.0 lb /
0: 0.0 st:lb) wordt weergegeven.
4. Ga met blote voeten op de beide meet-
vlakken 1 staan, zodat de voeten en
benen elkaar op geen enkele plaats ra-
ken. Blijf rustig en rechtop staan.
Eerst wordt het gewicht gewogen
(kg/lb/st: lb knippert).
Daarna loopt in de weergave oooo
door, terwijl de diagnosemeting wordt
uitgevoerd.
5. Wanneer op het display 3 de diagno-
sewaarden worden weergegeven, kunt
u van de weegschaal stappen.
72
NL
Op het display 3 worden nu in drie proces-
sen na elkaar alle diagnosewaarden weer-
gegeven:
KCAL
KCAL
2 uw persoon-
BMI
Een beoordeling van het aandeel lichaams-
vet geeft onder op het display 3 het volgen-
de weer:
-
Als er streepjes in het middelste gebied
staan (zoals afgebeeld), dient het aan-
deel lichaamsvet als normaal te worden
beschouwd.
-
Als de strepen links bij – staan, wordt
het aandeel lichaamsvet als laag be-
schouwd.
-
Als de strepen rechts bij + staan, wordt
het aandeel lichaamsvet als hoog be-
schouwd.
6. Noteer de diagnosewaarden om de
langdurige ontwikkeling te kunnen be-
kijken.
Nadat alle diagnosewaarden drie keer wer-
den weergegeven, dooft het display 3.
Aandeel lichaamsvet in %
Aandeel lichaamsvocht in %
Aandeel spieren in %
Aandeel botten in kg
Basisverbruik in kcal
Verbruik tijdens activiteit in kcal
Body Mass Index