6.1.11 Gebruiksonderdeel vrijschakelen voor bedrijf (stand On)
Opmerking
De boormachine GA844 wordt afwijkend bediend. Zie de gebruiksaanwij-
zing van de boormachine GA844 (TA014436).
►
Druk de ontgrendelingsknop 22 op de motorkabel in en schuif het
gebruiksonderdeel verder op de motorkabel.
Het gebruiksonderdeel klikt vast. De ledindicator "On" 21 op de motor-
slang is goudkleurig gemarkeerd.
Opmerking
Bij gebruiksonderdelen met schuif als instrumentontgrendeling 25 wordt
de schuif in de stand On 21 geblokkeerd door de nok 23 op de motorkabel.
De instrumenten kunnen daarom uitsluitend in de stand Off 20 worden los-
gekoppeld.
Bij gebruiksonderdelen met ontgrendelingshuls 26 wordt de ontgrende-
lingshuls in de stand On 21 geblokkeerd door de aansluiting voor het
gebruiksonderdeel 19 op de motorkabel. De opzetstukken kunnen daardoor
uitsluitend in de stand Off 20 worden losgekoppeld.
Bij gebruiksonderdelen zonder schuif als instrumentontgrendeling is het
weliswaar mogelijk instrumenten in de stand On aan of los te koppelen,
maar dit mag echter vanwege gevaar voor verwonding door onbedoeld vrij-
schakelen van het gebruiksonderdeel niet worden uitgevoerd.
6.1.12 Gebruiksonderdeel blokkeren (stand Off)
Opmerking
De boormachine GA844 wordt afwijkend bediend. Zie de gebruiksaanwij-
zing van de boormachine GA844 (TA014436).
►
Bedien de ontgrendelingsknop 22 op de motorkabel en trek de motor-
kabel van het gebruiksonderdeel af.
Het gebruiksonderdeel klikt vast. De ledindicator "Off" 20 op de motor-
slang is goudkleurig gemarkeerd.
6.1.13 Gebruiksonderdeel van de motorkabel loskoppelen
►
Bedien de ontgrendelingsknop 22 op de motorkabel en koppel de
motorkabel van het gebruiksonderdeel af door de aansluiting voor het
gebruiksonderdeel 19 los te trekken.
6.1.14 ELAN 4 electro voetbediening GA808 van het bedieningssy-
steem loskoppelen
►
Trek de stekker van de voetbediening c uit de aansluiting voor de
voetbediening 6, zie Afb. 2.
6.1.15 ELAN 4 electro motorkabel GA804/GA805/GA806 resp.
ELAN 4 electro boormachine GA844 van de besturingsunit
loskoppelen
►
Trek de motorkabel aan de stekker voor het bedieningssysteem c uit de
aansluiting voor gebruiksonderdelen 7, zie Afb. 3.
6.2
Functionele test
►
Controleer voor elk gebruik en na elke wisseling van gebruiksonderde-
len of alle te gebruiken producten goed functioneren en in goede staat
verkeren.
►
Controleer van alle te gebruiken producten of ze stevig vastgekoppeld
zijn.
►
Controleer of de instelparameters en het gebruik overeenstemmen met
de gebruiksaanwijzing en veiligheidsinformatie voor de gebruiksonder-
delen of de instrumenten.
►
Controleer of de scherpe snijvlakken van de instrumenten niet mecha-
nisch beschadigd zijn.
►
Controleer of het juiste gebruiksonderdeel-type voor de aangesloten
gebruiksonderdelen in het bijbehorende gebruiksonderdeel-bedie-
ningspaneel op het display wordt weergegeven.
►
Gebruik geen beschadigde of defecte producten. Houd beschadigde
producten onmiddellijk apart.
►
Schakel het gebruiksonderdeel vrij voor bedrijf.
►
Druk de voetbediening of handbediening tot de aanslag in.
Het gebruiksonderdeel start en bereikt de op het gebruiksonderdeel-
bedieningspaneel op het display weergegeven maximumtoerental in de
voorgeselecteerde motordraairichting.
Het gebruiksonderdeel draait hoorbaar rustig met een constant toeren-
tal.
De kwalitatieve balk-indicator van het actuele motortoerental op het
motor bedieningspaneel is helemaal verlicht.
►
Evt. de koel- en spoelvloeistofpomp in het bijbehorende koppelstuk-
bedieningspaneel vrijschakelen, of via de functietoets van de voetbe-
diening.
De koel- en spoelvloeistofpomp start zodra het koppelstuk wordt
gebruikt.
6.3
Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel en/of slechte werking!
►
Voer voor elk gebruik een functionele test uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en materiële schade door onbedoeld inscha-
kelen bij verplaatsen/bewegen van de voetbediening!
►
Als u de voetbediening wilt verplaatsen: Gebruik de transportbeu-
gel.
►
Voor het verplaatsen: Beveilig het gebruiksonderdeel tegen onbe-
doeld inschakelen (stand Off).
Het gebruiksonderdeel kan slechts worden gebruikt, en de instelparame-
ters op het bedieningssysteem kunnen slechts worden gewijzigd indien:
■
het gebruiksonderdeel met een motorkabel op de regeleenheid aange-
sloten is,
■
een voetbediening op de aansluitbus voetbediening 6 aangesloten is
(bij gebruik van de ELAN 4 electro motorkabel GA806),
■
er niet tegelijkertijd nog een gebruiksonderdeel is vrijgeschakeld en
■
het gebruiksonderdeel-type in het bedieningspaneel van het display
van het bedieningssysteem wordt weergegeven.
De volgende motorinstellingen van het gebruiksonderdeel kunnen niet bij
een draaiend gebruiksonderdeel worden gewijzigd:
■
Draairichting (behalve bij GA844, via drukknop voor de draairichting)
■
Toerentalbovengrens
nl
143