Instellen van het draagvermogen
In de fabriek is de gewichtscompensator op type / con-
structieconforme maximale belasting ingesteld.
Voor het instellen de last aanhangen en een inbussleutel (6
mm) op de veerarrêteergrendel (9) steken. De sleutel goed
vasthouden en volgens de afbeelding op de gewichtscom-
pensator indrukken. Op de inbussleutel werkt nu een kracht
in de "-"-richting van de veerarrêteergrendel. Door de sleu-
tel in "+" of "-"-richting te draaien, kan de veerkracht binnen
het draagvermogen van de gewichtscompensator (overeen-
komstig de gegevens op het typeplaatje (1)) aan de aange-
hangen werklast worden aangepast. Aansluitend erop letten
dat de veerarrêteergrendel inklikt en de inbussleutel aftrek-
I
ken.
De veer niet verder dan tot de type-/constructiecon-
forme minimumlast ontspannen!
De maximum voorspanning van de gewichtscompensator
wordt door X slagen van de veerarrêteergrendel (9) van de
vol ontspannen toestand van de veer in de "+"-richting
bereikt:
7228 - 01
x = 10
7228 - 02
x = 05
7228 - 03
x = 06
7228 - 04
x = 04
I
7228 - 05
x = 03
De veer niet verder spannen dan tot aan deze maxi-
male voorspanning!
Instellen van de kabellengte
Vanaf de fabriek wordt de gewichtscompensator met lange-
re kabel geleverd, zodat al naargelang de omstandigheden
ter plaatse de kabellengte individueel kan worden aange-
past. Het verstellen van de kabellengte gebeurt via het
kabelslot (7). Na verlenging of verkorting van de kabel moet
het vrije kabeleinde met de bijgevoegde persklem (8) (resp.
een klem volgens DIN 3093 dl. 1 t/m 3) worden verperst; het
uitstekende kabeleinde dient dan vlak te worden afgesne-
I
den.
Een minimumafstand van 100 mm tussen kabelklem
(6) en kabelslot (7) moet bewaard blijven!
Kabelintrekkingsbegrenzing
Verstellen van de kabelintrekkingsbegrenzing is mogelijk
door eenvoudig verschuiven van de elastische kabel intrek-
kingsbe grenzing (5) en de kabelklem (6). De kabelklem dient
I
altijd goed te worden geborgd.
De maximum kabeluittreklengte mag (ook bij een
verlengde kabel) niet worden overschreden!
Onderhoud/Controle
De gewichtscompensator dient aan een voortdurende zorg
te worden onderworpen. Alle buitenliggende beweeglijke
delen dienen te worden ingevet, evenzo de wrijvingsplekken
aan ophanging en karabijnhaak. Verzorging van de kabel
met een zuurvrij vet verhoogt de levensduur ervan aanzien-
lijk. Ophanging en kabel van de gewichtscompensator die-
nen voortdurend te worden gecontroleerd (DIN 15020 dl.2).
Indien er be schadigingen zoals bv. gescheurde strengen
zichtbaar zijn, dient de gewichtscompensator meteen te
worden vervangen. Als vervanging van kabel, veer of andere
delen van uw gewichtscompensator nodig blijken, kunnen
via onze servicedienst voorgemonteerde vervangende
modules worden betrokken.
Instandhouding
De volgende beschrijving heeft uitsluitend betrekking op de
door ons voorgemonteerde vervangende modules "kabel",
I
"veer", "kabeltrommel", "behuizing" en "ophanging".
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt.
De gebruiksaanwijzing, die bij ieder nieuw appa raat zit,
dient bij de vervanging van deze vervangende modules te
worden geraadpleegd.
Vervanging van de kabel
Bij deze gewichtscompensator kan de vervanging van de
kabel zonder ontspannen van de veer en zonder demontage
van het apparaat worden uitgevoerd.
De vervangende module "Kabel compleet" bestaat uit de
kabel met verperste klem op de kabelinhanging, een sepa-
raat bijgevoegde messingmof, de gemonteerde kabelintrek-
kingsbegrenzing met rubberkogel en kabelklem, en het
voorgemonteerde kabelslot met wig en een los bijgevoegde
persklem voor het verpersen aan het vrije kabeleinde nadat
het instellen van de lengte van de kabellengte is uitgevoerd.
De kabel zo ver mogelijk uit de behuizing trekken. (De kabe-
linhanging is nu in de opening boven de kabelopening van
de behuizing zichtbaar.)
De kabeltrommel blokkeren door een stalen stift ø 5 mm
door de boring in het deksel van de behuizing te steken.
Daarna de kabel voorzichtig ontlasten tot de stift in de
I
bijbehorende boring van de kabeltrommel kan glijden.
Let op een veilige blokkering van de kabeltrommel:
snel teruglopen van de kabel in onbelaste toestand
door deblokkering van de kabeltrommel kan verwon-
dingen veroorzaken en heeft onherstelbare bescha-
diging van de veer ten gevolge!
De kabel naar boven uit de kabeltrommel schuiven, de mof
van de kabel verwijderen en de kabel naar beneden uit de
gewichtscompensator trekken.
Een nieuwe kabel van beneden door de kabelopening van
de behuizing alsmede door de boring in de kabeltrommel
("tunnel") inbrengen en naar boven doorschuiven. De mof
via de kabel op de persklem schuiven. De kabel naar bene-
den in de boring van de kabeltrommel ("tunnel") trekken. Op
correcte inhanging letten: De kabel met de mof moet duide-
lijk voelbaar in de kabeltrommel worden verankerd.
Werklast aanhangen en kabeltrommel aan de gang brengen
door de kabel licht uit te trekken en de stalen pen uit de
blokkering te trekken.
I
Een niet goed ver ankerde kabel kan onder belasting
uit de inhanging breken en gevolgschade veroorza-
ken!
15