Vervanging Van Onderdelen - MBM WGG74 Manual De Uso E Instalación

De afsluitkraan stroomopwaarts van de
apparatuur sluiten.
Draai de blokkeerschroef los (Afb. 1).
Waar voorzien moet u de afstand (X)
mm instellen van de bus die met het
gekozen gas overeenstemt (zie Refe-
rentietabel Gas).
Blokkeer de bus met de schroef en
breng een verzegeling erop aan
zodat u geknoei kan detecteren
REGELING VAN HET MINIMALE
WARMTEVERMOGEN - ZIE PAR.
ILL - REF. l)
Zie "Algemene info voor de veilig-
heid" vooraleer de handelingen uit
te voeren.
VERVANGING VAN DE KRAAN
Schroef de aansluitingen van de
1.
gastoevoer en -afvoer los
Schroef de thermokoppel en de pi-
2.
lootbrander los
Monteer de nieuwe kraan
3.
Controleer de schroef van het minimum
4.
(zie Tabellen Technische gegevens)
Herstel de aansluitingen
5.
VERVANGING VAN DE THERMOKOPPEL
Schroef de thermokoppel los van
1.
de kraan
Schroef de thermokoppel los van
2.
de pilootbrander
Monteer de nieuwe thermokoppel en
3.
schroef de aansluitingen opnieuw aan
VERVANGING VAN DE ONTSTEKING
Maak de hoogspanningskabel los
1.
van de ontsteking
Schroef de moer los
2.
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
WIJZIGING TYPE GAS
In de daarvoor uitgeruste modellen
wordt het beperkte warmtevermogen
verkregen met de schroef van het mi-
nimum by-pass (Afb. 2) "gekalibreerd"
en volledig aangeschroefd (zie de refe-
rentietabel gas).
De afsluitkraan stroomopwaarts van de
apparatuur openen.
Indien de schroef wordt ver-
vangen, moet aan het einde
van de detectie een sabotage-/
detectiezegel
aangebracht
VERVANGING ONDERDELEN
Monteer de nieuwe ontsteking
3.
Sluit de hoogspanningskabel aan
4.
VERVANGING
ZO-ELEKTRISCHE ELEMENT
Maak de kabel los van de pië-
1.
zo-elektrische aansteker
Demonteer de aansteker die ver-
2.
vangen moet worden
Monteer de nieuwe piëzo-elektri-
3.
sche aansteker
VERVANGING VAN DE BRANDER
Schroef de gasaansluitingen op-
1.
nieuw aan
Draai de bevestigingsschroeven los
2.
Neem de brander weg
3.
Plaats de nieuwe brander
4.
Herstel de bevestiging en de aansluitingen
5.
De posities van de compo-
nenten niet omwisselen wan-
neer u de weggenomen delen
opnieuw plaatst.
- 16 -
erop worden
VAN HET PIË-
7.