Figuur A-6
7.
Vul de manometer opnieuw, met de 5 ml spuit.
De manometer op nul zetten
1.
Stel de afsluiter na hervulling van de manometer zodanig dat
de manometer met het waterbad is verbonden (figuur A-7).
Figuur A-7
2.
Laat het niveau van de waterkolom in de manometer dalen.
De niveaudaling moet stoppen op het nulwaardeniveau van de
manometer (figuur A-5).
3.
Stel, indien nodig, de hoogtepositie van de manometer zodanig bij dat
de waterniveaus van manometer en waterbad van gelijke hoogte zijn.
Testprocedure
1.
Stel de openingsdruk van de CODMAN HAKIM klep in op
120 mm H
O (1176 Pa). [Bij laboratoriumtests volgens ASTM-
2
testmethode F647 is aangetoond dat de beste correlatie tussen de
sluitdruk en de dynamische openingsdruk van de manometer wordt
verkregen bij een waarde van 120 mm H
2.
Sluit de steriele klep weer aan op de steriele testhulpmiddelen.
Aanbevolen wordt, deze handeling onder water in het waterbad
uit te voeren, om te voorkomen dat er weer luchtbelletjes in de
klep binnendringen.
3.
Maak nu de aansluiting van de distale katheter los.
Opmerking: Door het aansluiten van een distale katheter kunnen
de testuitslagen veranderen en kan ook de testduur langer worden.
Dit kan niet gebeuren bij de vooraf tot een unit samengestelde
productversies van de CODMAN HAKIM klep. Wijs extra tijd toe voor
het testen van de vooraf tot een unit samengestelde productversies.
4.
Dompel de klep volledig in het waterbad. Dompel bij de vooraf
samengestelde productversies de uitloop van de distale katheter
in het waterbad, om nauwkeurige uitslagen te verkrijgen. Overtuig
u ervan dat aan de tip van de distale katheter geen luchtbelletjes
kleven en dat het vat van het waterbad de tip van de katheter
niet afsluit.
5.
Stel de afsluiter zodanig dat de spuit met de manometer is verbonden
(figuur A-6) en hervul de manometer tot een niveau gelijk aan de
hoogte van de openingsdrukwaarde van de CODMAN HAKIM klep
plus 50 mm. Indien de CODMAN HAKIM klep is geprogrammeerd
op een openingsdruk van 120 mm H
de vloeistof in de manometer 120 mm + 50 mm = 170 mm (17 cm)
(1176 Pa + 490 Pa = 1666 Pa). Deze procedure verkleint het risico
van onopzettelijke activering van de SIPHONGUARD regelaar tijdens
uitvoering van de manometertest.
6.
Stel de afsluiter zodanig af dat de manometer op de klep
is aangesloten (figuur A-7).
7.
Het niveau van de waterkolom in de manometer begint te dalen.
Laat het niveau van de waterkolom 3–5 minuten lang dalen, of
totdat de niveaus zijn gestabiliseerd. 'Gestabiliseerd' wil zeggen
dat de niveauverandering in een periode van 2 minuten minder dan
2 mm H
O (20 Pa) bedraagt.
2
8.
Aanbevolen wordt, voor kleppen met SIPHONGUARD regelaar
een langere testduur in te ruimen, om tegemoet te komen aan het
risico van een verlaagde flowsnelheid als gevolg van activering van
de SIPHONGUARD regelaar. Laat het niveau van de waterkolom
5–7 minuten lang dalen, of totdat de niveaus zijn gestabiliseerd.
O (1176 Pa).]
2
O (1176 Pa), is het niveau van
2
49