7. Het gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen door
Motorola Solutions, kan leiden tot brand, een elektrische schok
of letsel.
Richtlijnen voor veilige bediening
• De apparatuur is niet geschikt voor gebruik buitenshuis. Gebruik
alleen op droge locaties en onder droge omstandigheden.
• De omgevingstemperatuur rondom de oplader mag niet hoger zijn
dan 40 °C.
• De portofoon kan alleen in de actieve status staan wanneer deze
draadloos gegevens verzendt, zoals via Wi-Fi. Als dat niet het geval
is, moet u de portofoon uitschakelen.
• Sluit de oplader alleen aan op een geschikte voedingsbron die wordt
vermeld in Tabel 15.
• Het stopcontact waarop de voeding is aangesloten, moet zich in de
buurt bevinden en eenvoudig toegankelijk zijn.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel naar de oplader zo ligt dat niemand
hierop kan stappen of erover kan struikelen en dat deze niet vochtig
kan worden, kan beschadigen of strak kan komen te staan.
• De stroomkabel mag alleen worden aangesloten op een correct
bekabeld stopcontact met zekeringen en het juiste voltage, zoals
vermeld op het product.
• Onderbreek de stroomtoevoer door de stroomkabel uit het
stopcontact te halen.
• De opladers voor meerdere apparaten laden de batterijen op zoals
vermeld in Tabel 14, wanneer deze met compartimenten in Tabel 2
worden gebruikt.
4