• Breng de sticker van het nieuwe gastype aan op het
apparaat.De inspuiters en stickers worden bij het apparaat
geleverd.
11.1 VERVANGING VAN DE INSPUITER VAN DE HO-
OFDBRANDER EN REGELING VAN DE PRIMAIRE LUCHT.
• Demonteer het frontpaneel.
• Demonteer de inspuiter UM en vervang hem door de inspui-
ter die wordt aangegeven in tabel T1.
• Draai de inspuiter UM helemaal vast
• Draai de schroef V los en plaats de beluchter op de afstand A
die wordt aangegeven in tabel T1.
• Draai de schroef V helemaal vast.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
11.2 VERVANGING
VAN
WAAKVLAMBRANDER
• Demonteer het frontpaneel.
• Schroef het verbindingsstuk R los.
• Demonteer de inspuiter UP en vervang hem door de inspuiter
die wordt aangegeven in de tabel T1.
• Schroef het verbindingsstuk R helemaal vast. Monteer alle
andere onderdelen weer.
• Doe dit door de werkzaamheden voor de demontage
omgekeerd uit te voeren.
12 INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk "INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD".
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
• Bewaar deze handleiding op een veilige, bekende plaats, om
haar altijd te kunnen raadplegen zolang het apparaat mee-
gaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Maak voor assistentie uitsluitend gebruik van door de fabri-
kant erkende technische centra, en sta op het gebruik van
originele vervangingsonderdelen.
• Laat minstens tweemaal per jaar onderhoud plegen op het
apparaat. Geadviseerd wordt om een onderhoudscontract af
te sluiten.
• Het apparaat is bestemd voor professioneel gebruik en moet
worden bediend door opgeleide personen.
• Het apparaat is bestemd voor het bereiden van voedsel in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen. Ieder ander
gebruik is oneigenlijk.
• Laat het apparaat niet gedurende lange periodes leeg
werken. Voor het gebruik moet het apparaat worden voor-
verwarmd.
• Houd het apparaat tijdens de werking in het oog.
• In het geval van een storing of een defect in het apparaat
moet de gaskraan worden dichtgedraaid en/of moet de ho-
DE
INSPUITER
VAN
ofdschakelaar van de elektrische voeding, die bovenstrooms
van het apparaat geplaatst is, worden uitgeschakeld.
• Voer de reiniging uit volgens de instructies in het hoofdstuk
"INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING".
• Houd geen ontvlambare materialen in de buurt van het appa-
raat. BRANDGEVAAR.
• De kinderen zouden moeten worden gecontroleerd om ervo-
or te zorgen dat zij niet met het toestel spelen.
• Dit toestel is niet voorgenomen voor gebruik door personen
(met inbegrip van kinderen) met verminderde fysieke, sen-
sorische of geestelijke mogelijkheden, of onervarenheid en
kennis, tenzij zij supervisie of instructie betreffende gebruik
van het toestel door een persoon verantwoordelijk voor hun
veiligheid zijn gegeven.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
DE
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
LET OP!De aftapkranen of andere aftapvoorzieningen op in-
direct verwarmde en autoclaafketels mogen niet worden geo-
pend voordat de druk is teruggebracht tot ongeveer de atmo-
sferische druk.
N.B: om slijtage of breuk van de uitloop te voorkomen, deze
periodiek (eens per week) insmeren met olie of vet, geschikt
voor consumptie.
Indirekt verwarmde modellen: bij ieder gebruik van het appa-
raat, na 10/15 minuten, de tussenruimte ontluchten door op
het ontluchtingsventiel drukken. Door het ontluchten van de
tussenruimte wordt een optimale druk (gelijkmatiger koken en
energie besparen) gegarandeerd.
13 DIRECT VERHITTE GASKETEL
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
• Het apparaat is bestemd voor het koken of bereiden van vo-
edsel in water.
• Ontsteek de waakvlambrander niet en laat hem niet aan wan-
neer er geen water in de bak is.
• Schakel de verwarming niet in als er geen water in de bak is.
• Wanneer de verwarming geactiveerd is, moet het waterni-
veau in de bak ongeveer op het maximumniveau staan; dit
niveau wordt aangegeven op de wand van de bak.
• Gebruik fijn zout, dat u in de bak doet wanneer het water
kookt. Gebruik geen grof keukenzout in de bak.
• Maak de bak aan het einde van de dag grondig schoon, om
te voorkomen dat er corroderende afzettingen in ontstaan.
VULLEN EN LEGEN VAN DE BAK
Vullen
De bedieningsknop van de keuzeschakelaar kan in de volgen-
de standen worden gebruikt:
0 Uit
(BLAUW) Inlaat koud water
1 Activering elektrische voeding
(ROOD) Inlaat warm water
• Open het deksel.
• Draai de handgreep van de aftapkraan aan de voorkant naar
rechts. De kraan is pas helemaal dicht als de handgreep in
verticale stand staat.
• Draai de knop van de keuzeschakelaar in de stand voor in-
laat van warm of koud water. Het water komt uit het mondstuk
op het werkblad.
79