Kies de te filteren frequentie in het hoge bereik.
Draai aan de masterknop (
• Wanneer de masterknop (
ingedrukt, keert het toestel terug naar dezelfde stand als
in stap 1-2.
• De frequentie kan tussen 100 Hz en 20 kHz (of geen)
2-
2
worden ingesteld.
Het is niet mogelijk om de hoge frequentie in te stellen op
een frequentie die lager is dan de lage frequentie.
OPMERKING:
• Bij sommige nummers kunnen er onderbrekingen in het
geluid voorkomen..
Start de gefilterde weergave.
Druk de ON/OFF-toets in op een willkeurig moment tussen
de stappen 1-1 en 2-2.
3
FIL ON
• Het filter wordt uitgeschakeld wanneer de toets opnieuw
wordt ingedrukt.
De instelfunctie voor het frequentiefilter annuleren.
Druk de FIL/REVERSE-toets in.
• De "
" indicator licht op wanneer het filter is
4
ingeschakeld.
• De "
" indicator gaat uit wanneer het filter is
uitgeschakeld.
Gebruik van de nagalmfunctie
Deze functie produceert een nagalm bij het ingestelde tempo.
Schakel de instelfunctie voor de vertragingstijd van de
nagalm in.
Druk de RVB/LOOP-toets in.
1-
1
***bpm 1/2
Stel de vertragingstijd van de nagalm in.
Draai aan de masterknop (
***bpm 1/2
1-
2
• De tijd kan worden ingesteld op 2/1, 1/1, 3/4, 1/2, 1/4 of
1/8 van het aantal slagen per minuut (BPM) dat met
behulp van de TAP (TAP/BPM)-toets is ingesteld.
Schakel de nagalm feedback-nummer functie in.
Druk de masterknop (
8
2-
1
L
Feedback-nummer
Kies het nagalm feedback-nummer.
Draai aan de masterknop (
Het feedback-nummer wordt verhoogd
PUSH ENTER
wanneer de knop naar rechts wordt
2-
2
gedraaid, en verlaagd wanneer de knop
naar links wordt gedraaid.
• Wanneer de masterknop (
ingedrukt, keert het toestel terug naar dezelfde stand als
in stap 1-2.
104
NEDERLANDS
—
).
8
9
—
) opnieuw wordt
8
9
FIL OFF
EFFECT
Knippert
—
).
8
9
—
) in.
9
F.Back
H
—
).
8
9
8
—
9
) opnieuw wordt
Start de weergave met nagalm.
Druk de ON/OFF-toets in op een willekeurig moment tussen
de stappen 1-1 en 2-2.
3
RVB ON
• Het nagalm wordt uitgeschakeld wanneer de toets
opnieuw wordt ingedrukt.
De instelfunctie voor nagalm annuleren.
Druk de RVB/LOOP-toets in.
• De "
" indicator licht op wanneer de nagalmfunctie
4
is ingeschakeld.
• De "
" indicator gaat uit wanneer de nagalmfunctie
is uitgeschakeld.
Gebruik van de aanzwelfunctie
Deze functie kan het geluid doen aanzwellen.
Schakel de instelfunctie voor de aanzwellingstijd in.
Druk de FLG/PITCH-toets in.
***bpm 1/4
1-
1
Stel de aanzwellingstijd in.
Draai aan de masterknop (
1-
• De tijd kan worden ingesteld op 4/1, 2/1, 1/1, 3/4, 1/2, 1/4
2
of 1/8 van het aantal slagen per minuut (BPM) dat met
behulp van de TAP (TAP/BPM)-toets is ingesteld.
Schakel de instelfunctie voor de versterking van het
aanzwellen in.
Druk de masterknop (
8
2-
1
L
Versterking
Kies de versterking.
Draai aan de masterknop (
PUSH ENTER
De versterking wordt verhoogd wanneer de
knop naar rechts wordt gedraaid, en verlaagd
2-
2
wanneer de knop naar links wordt gedraaid.
• Wanneer de masterknop (
ingedrukt, keert het toestel terug naar dezelfde stand als
in stap 1-2.
Start de weergave met het aanzwellen.
Druk de ON/OFF-toets in.
3
FLG ON
• Het aanzwellen wordt uitgeschakeld wanneer de toets
opnieuw wordt ingedrukt.
De instelfunctie voor het aanzwellen annuleren.
Druk de FLG/PITCH-toets in.
• De "
" indicator licht op wanneer de aanzwelfunctie
4
is ingeschakeld.
• De "
" indicator gaat uit wanneer de aanzwelfunctie
is uitgeschakeld.
OPMERKING:
• Bij sommige nummers kunnen er onderbrekingen in het
geluid voorkomen.
RVB OFF
EFFECT
Knippert
—
).
8
9
—
9
) in.
Gain
H
8
—
9
).
8
—
9
) opnieuw wordt
FLG OFF