Atlas Copco AUTOMAN Manual Del Usuario página 59

en de controles die door een bevoegde instantie moeten worden
uitgevoerd nauwgezet en aandachtig door.
Voer de aanduidingen, de werkzaamheden en de tijdsintervallen
die in de algemene gebruiksaanwijzingen van de compressor staan
nauwgezet uit.
5
ONDERHOUD (Sectie F) - Pag. 34
RAADPLEEG DE ONDERHOUDSINTERVALLEN IN DE ALGEMENE
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VAN DE COMPRESSOR
NAUWGEZET REKENING MEE.
Specifieke werkzaamheden voor de kit Retrofit:
Raadpleeg de foto's van de componenten (secties A-E) en van de
montage, sectie F.
• ZET ALVORENS EEN WERKZAAMHEID UIT TE VOEREN DE
PRESSOSTAAT IN DE STAND "OFF", TREK DE STEKKER UIT EN
MAAK HET RESERVOIR HELEMAAL LEEG.
REINIGING VAN FILTER / VERVANGING
5.1
VAN FILTERELEMENT
• Demonteer het voorpaneel (afb. 21).
• Reinig de aanzuigfilter (6) in functie van de omgeving en in ieder geval
tenminste elke 100 uren. Vervang indien nodig (een verstopte filter
vermindert het rendement en een inefficiënte doet de compressor meer
slijten (afb. 22).
• Hermonteer na de onderhoudswerkzaamheid het voorpaneel C4 (afb. 26).
5.2
OLIEVERVERSING
• Demonteer het voorpaneel (afb. 21).
Raadpleeg in de algemene gebruiksaanwijzingen van de compressor het te
gebruiken type olie voor de verversing.
• Vervang de olie.
• Draai de dop (6) na het bijvullen goed vast (afb. 23), controleer op lekken
tijdens het gebruik. Controleer wekelijks het oliepeil om een langdurende
correcte smering te garanderen.
• Hermonteer na de onderhoudswerkzaamheid het voorpaneel C4 (afb. 26).
6
MOGELIJKE STORINGEN EN TOEGESTANE REMEDIES
Vraag een gekwalificeerd elektricien om hulp bij werkzaamheden op elektrische componenten (kabels, motor, pressostaat, schakelbord, enz.)
RAADPLEEG DE ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZINGEN VAN DE COMPRESSOR VOOR DE WERKZAAMHEDEN DIE U DIENT UIT TE VOEREN NA
MOGELIJKE STORINGEN IN DE COMPRESSOR.
Elke andere werkzaamheid dient uitgevoerd te worden door de erkende servicecentra. Vraag om originele onderdelen. Aan de machine sleutelen
kan de veiligheid negatief beïnvloeden en maakt in ieder geval de garantie ongeldig.
Zowel de gebruikte olie als het condenswater DIENEN AFGEVOERD TE
WORDEN met in achtneming van de voorschriften voor milieubescherming
en de van kracht zijnde wetten.
VERVANGING VAN ZEKERINGEN VAN ELEKTRISCHE
5.3
VENTILATOR
• Demonteer het voorpaneel (afb. 21).
• Vervang de zekeringen, nadat u het deksel van de zekeringendoos D1/D2
heeft losgeschroefd (afb. 24).
EN HOUD ER • Hermonteer na de onderhoudswerkzaamheid het voorpaneel C4 (afb. 26).
5.4
CONTROLE VAN RIEMSPANNING
• Controleer regelmatig de spanning van de riemen, die een doorbuiging (f)
moeten hebben van ongeveer 1 cm (afb. 15).
• Demonteer het voorpaneel (afb. 21).
• Demonteer het retrofit-paneel, of draai de schroeven los en verwijder hem
langs de achterzijde (afb. 25).
• Controleer de spanning van de riemen.
• Hermonteer na de onderhoudswerkzaamheid het retrofit-paneel C5 en het
voorpaneel C4 (afb. 26).
De compressor moet afgevoerd worden via de in de plaatselijke voorschriften
vermelde kanalen.
59
N
L