Storing
7.
De pomp draait, maar er
komt geen water.
8.
Bij een poging de pomp op
te starten, start de pomp
wel, maar komt er geen
druk of debiet.
9.
De pomp draait, maar levert
niet het nominale debiet.
10. De pomp draait in tegenge-
stelde richting na te zijn uit-
geschakeld.
11. De pomp draait met vermin-
derde capaciteit.
13. Aanvullende productdocumentatie
13.1 Servicedocumentatie
Service dokumentatie is beschikbaar op Grundfos
Product Center (http://product-selection.grund-
fos.com/).
Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact op
met Grundfos.
202
Oorzaak
a)
De voordruk van de pomp is te
laag.
b)
De zuigleiding is gedeeltelijk
verstopt door verontreinigin-
gen.
c)
De voet- of terugslagklep zit
vast in gesloten positie.
d)
Lekkage in zuigleiding.
e)
Lucht in zuigleiding of pomp.
Alleen zelfaanzuigende pompen:
a)
De vloeistofkolom boven de
terugslagklep in de perslei-
ding voorkomt dat de pomp
zelf aanzuigt.
b)
Zuigleiding zuigt lucht aan.
Alleen zelfaanzuigende pompen:
a)
De interne klep sluit niet goed. Sluit het tappunt geleidelijk tot er een
a)
Lekkage in zuigleiding.
b)
Voetklep of terugslagklep is
defect.
c)
De voetklep zit vast in com-
pleet of gedeeltelijk geopende
positie.
a)
Verkeerde draairichting.
b)
Zie 5. a), b), c), d).
14. Afvalverwijdering
Dit product, of onderdelen van dit product dienen op
een milieuvriendelijke manier afgevoerd te worden:
1. Breng het naar het gemeentelijke afvaldepot.
2. Wanneer dit niet mogelijk is, neemt u dan contact
Oplossing
Zie 5. a).
Zie 5. b).
Verwijder en reinig, repareer of ver-
vang de klep.
Zie 5. c).
Zie 5. d).
Maak de persleiding leeg. Zorg
ervoor dat de terugslagklep de vloei-
stof in de persleiding niet tegen-
houdt. Herhaal de opstartprocedure
zoals beschreven in paragraaf
6.2.2 Leidingaansluiting (zelfaanzui-
gende
pompen).
Zorg ervoor dat de zuigleiding lucht-
dicht is vanaf de pomp tot aan het
vloeistofniveau. Herhaal de opstart-
procedure zoals beschreven in para-
graaf
6.2.2 Leidingaansluiting (zelf-
aanzuigende
plotselinge stijging in druk of debiet
zichtbaar is. Open daarna het tap-
punt geleidelijk tot het vereiste
debiet is bereikt.
Zie 5. c).
Zie 7. c).
Zie 7. c).
Alleen voor driefasenpompen:
Schakel de voedingsspanning uit
met de externe stroomonderbreker
en verwissel twee fasen in de klem-
menkast van de pomp. Zie ook para-
graaf
8.3 Controle van de draairich-
ting.
op met uw Grundfos leverancier.
Wijzigingen voorbehouden.
pompen).