Instellen van de crossover-frequentie en de subwooferstand
Dit scherm wordt niet getoond wanneer u geen subwoofer gebruikt.
• Stel de crossover-frequentie en de subwooferstand in overeenkomstig het gebruikte luidsprekersysteem.
1
Kies de stand "Crossover Frequency".
Kies de frequentie.
2
Kies de "Subwoofer Mode".
Kies de instelling.
De instelling van de subwooferstand geldt alleen wanneer "LARGE" is ingesteld voor de voorste
luidsprekers en "YES" voor de subwoofer in de instellingen van de "Speaker Configuration"
(luidsprekerconfiguratie) (zie blz. 190).
3
Voer de instelling in.
ENTER
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
OPMERKINGEN:
— Toewijzing van lagefrequentiesignaalbereik —
• De enige signalen die worden voortgebracht via het subwooferkanaal zijn LFE-signalen (tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die in het
instelmenu zijn ingesteld op "SMALL". Het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die zijn ingesteld op
"LARGE" wordt voortgebracht via die kanalen.
— Crossover-frequentie —
• Wanneer "Subwoofer" is ingesteld op "Yes" in de "Speaker Configuration Setting", stel dan de frequentie
(Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende luidsprekers moet worden uitgevoerd via de
subwoofer (de crossover-frequentie).
• Voor luidsprekers die zijn ingesteld op "Small" wordt geluid met een frequentie die lager is dan de
crossover-frequentie afgesneden en wordt het afgesneden basgeluid uitgevoerd via de subwoofer.
OPMERKING: Voor gewone luidsprekersystemen raden wij aan de crossover-frequentie in te stellen op
80 Hz. Wanneer u echter kleine luidsprekers gebruikt, kan het instellen van een hoge
crossover-frequentie de respons voor frequenties in de buurt van de crossover-frequentie
verbeteren.
— Subwooferstand —
• Wanneer de weergavestand "LFE+MAIN" is gekozen, wordt het lagefrequentiesignaalbereik van de
kanalen die zijn ingesteld op "LARGE" gelijktijdig via die kanalen en het subwooferkanaal voortgebracht.
In deze weergavestand breidt het lagefrequentiebereik zich eenvormiger uit in de kamer, maar kan -
afhankelijk van de afmetingen en de vorm van de kamer - interferentie resulteren in een vermindering van
het werkelijke volume van het lagefrequentiebereik.
• In de weergavestand "LFE" wordt het lagefrequentiesignaalbereik van het kanaal dat is ingesteld op
"LARGE" alleen via dat kanaal weergegeven. Bijgevolg is het lagefrequentiesignaalbereik dat wordt
weergegeven via het subwooferkanaal alleen het lagefrequentiesignaalbereik van LFE (alleen tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het kanaal dat is ingesteld op "SMALL" in het instelmenu.
• Kies de weergavestand die zorgt voor een volle weergave van de lage tonen.
• Wanneer de subwoofer op "Yes" is ingesteld, worden de lage tonen via de subwoofer gestuurd, ongeacht
de instelling van de subwoofer-modus in alle surround-modi behalve Dolby/DTS.
All manuals and user guides at all-guides.com
Stel de bedrijfsstand voor digitale signalen in voor weergave in de surroundstanden 6,1 SURROUND en DTS-ES.
1
2
Instelling
q Auto Flag Detect Mode (AFDM)
w Non-Flag Source SBch Output
3
OPMERKINGEN:
• Het instelscherm "SB CH Auto Flag Detect" wordt getoond wanneer de surround-achterluidspreker(s) is/zijn
• De surround-achterluidspreker(s) kan (kunnen) ook worden in- en uitgeschakeld met de surroundparameter
NEDERLANDS
Instellen van SB CH Auto Flag Detect
Kies "SB CH Auto Flag Deterct" in het
systeeminstelmenu en druk op de ENTER-
ENTER
toets.
Kies de gewenste instelling.
Wij raden u aan de instelling "OFF" te
kiezen.
Wanneer "ON", wordt gekozen, moet u de
bediening instellen voor software waarvoor
geen identificatiesignalen zijn opgenomen
(bron zonder flag).
ON:
Deze functie werkt alleen voor bronnen die DTS-ES of 6.1-kanaals surround-identificatiesignalen
bevatten. Wanneer deze functie wordt gebruikt, worden bronnen die zijn opgenomen in 6.1-kanaals
surround of DTS-ES automatisch weergegeven in de 6.1-kanaals surroundstand via de surround-
achterluidspreker(s). (Zie w voor de weergavemethode met de surround-achterluidspreker in dit
geval.)
OFF:
Kies deze instelling om normale 5.1-kanaalsbronnen of bronnen die niet de hierna beschreven
identificatiesignalen bevatten weer te geven in de 6.1-kanaalsstand.
MTRX ON:
Bronnen worden weergegeven met de surround-achterluidspreker(s). Het surround-
achterkanaal wordt weergegeven met digitale matrix-verwerking.
NON-MTRX: Bronnen worden weergegeven met de surround-achterluidspreker(s). Dezelfde signalen als
die van het surroundkanaal worden uitgevoerd via de surround-achterluidspreker(s).
OFF:
Bronnen worden weergegeven zonder de surround-achterluidspreker(s).
Voer de instelling in.
ENTER
Het menu System Setup verschijnt
opnieuw.
ingesteld op "Large" of "Small" in de "Speaker Configuration".
"6.1/7.1 Surround". (Zie blz. 206.)
191