FR
Figure 4
Afbeelding 4
6.5.2. Installation de la tête de filtre
ATTENTION ! La tête du filtre ne doit jamais
être exposée à la pression de la source d'eau
pendant une période prolongée sans que le filtre ne
soit connecté. Le couple de serrage ne doit pas dé-
passer 15 Nm.
BON À SAVOIR : Installer une valve de décompres-
sion peut réduire le débit. Pour que le système de
filtre fonctionne correctement, la pression d'entrée
ne doit pas descendre en dessous de 1,2 bar.
Action :
1. Attachez la tête de filtre au support mural.
2. Branchez les tuyaux d'entrée et de sortie (faites
attention au rayon de courbure !) sur la tête de
filtre.
3. Connectez le tuyau d'entrée de la source d'eau
à la vanne de coupure d'eau au niveau de
l'entrée.
4. Connectez le tuyau de sortie du système de
filtre au matériel.
6.6. Définition de la capacité du filtre et des
paramètres du by-pass
Le paramètre du by-pass et la capacité du filtre se
basent sur la dureté carbonatée de l'eau et sur le
taux d'utilisation de la cartouche de filtre.
Action :
1. Vous pouvez demander des informations sur
la dureté carbonée à votre fournisseur d'eau.
L'eau peut également être analysée à l'aide
d'un test rapide (voir Figure 5). Vous devez
choisir le paramètre du by-pass en fonction de
la dureté carbonée et de l'objectif du matériel.
Les capacités standard du filtre sont spécifiées
dans le tableau 1.
2. Il existe 4 paramètres de by-pass. Le paramètre
par défaut est de « 2 ». Le paramètre du by-
pass peut être modifié en faisant pivoter le
couvercle de la tête de filtre (voir Figure 6).
Tournez le couvercle vers la gauche ou vers
la droite jusqu'à ce que la marque pointe
vers le nombre souhaité et que le couvercle
s'enclenche.
BON À SAVOIR : Après une pause de plus de 4
semaines, il est recommandé de faire couler de
l'eau de rinçage dans le filtre comme au moment
de l'installation d'origine.
NL
6.5.2. De filterkop installeren
LET OP! De filterkop mag nooit langdurig aan
de druk van de waterbron worden blootges-
teld zonder dat het filteronderdeel is aangesloten.
Het koppel van de bevestiging mag niet hoger zijn
dan 15 Nm.
GOED OM TE WETEN! Het installeren van een de-
compressieklep kan het debiet verminderen. Voor
een goede werking van het filtersysteem mag de
toevoerdruk niet onder de 1,2 bar zakken.
Handelingen:
1. Bevestig de filterkop aan de wandbevestiging.
2. Sluit de toevoer- en afvoerslangen (let op de
buigradius!) aan op de filterkop.
3. Sluit de toevoerslang van de waterbron aan op
de afsluiter bij de toevoer.
4. Sluit de afvoerslang van het filtersysteem aan
op de apparatuur.
6.6. De filterinhoud en de bypass-instellingen
bepalen
De bypass-instelling en de filterinhoud zijn geba-
seerd op de carbonaathardheid van het water en de
gebruikspercentage van het filterelement.
Handelingen:
1. U kunt informatie over de carbonaathardheid
opvragen bij uw waterleverancier. Ook is het
mogelijk deze met een sneltest te analyseren
(zie afbeelding 5). Selecteer de bypass-instelling
op basis van de carbonaathardheid en het doel
van de apparatuur. De typische filterinhoud is
vermeld in tabel 1.
2. Er zijn vier bypass-instellingen beschikbaar.
De standaardinstelling is "2". De bypass-
instelling kan worden gewijzigd door de kap
van de filterkop te draaien (zie afbeelding 6).
Draai de kap naar links of naar rechts totdat de
markering op het gewenste getal wijst en de
kap vastklikt.
GOED OM TE WETEN! Na een pauze van meer dan
4 weken is het aan te raden om spoelwater door
het filter te laten lopen zoals bij de eerste installatie.
57