vermindert of de aftakas stopt.
Dit onderdeel wordt bij de montage gesmeerd en behoeft geen regelmatige
smeerbeurt.
LR - AUTOMATISCHE DRAAIMOMENTBEGRENZER MET VRIJWIEL
21
Onderbreekt de krachtoverbrenging wanneer het draaimoment de instelwaarde
overschrijdt. Wordt automatisch weer ingeschakeld wanneer de werk- of de rijsnelheid
vermindert of de aftakas stopt. Voorkomt dat de aandrijfkrachten van de machine naar
de tractor teruglopen tijdens het versnellen of vertragen van de aftakas.
Dit onderdeel wordt bij de montage gesmeerd en behoeft geen regelmatige
smeerbeurt.
GE - ELASTISCHE KOPPELING
22
Voorkomt overschrijdingen van het toegestane draaimoment en dempt trillingen
en wisselbelastingen.
Er is geen periodiek onderhoud vereist.
DRAAIMOMENTBEGRENZERS MET FRICTIEPLATEN
Op het moment van de installatie van het mechanisme of na een periode van stilstand
dient men te controleren of de frictieplaten goed functioneren.
• Wanneer de frictieplaten zichtbaar zijn (zie figuur 30) is de koppeling van het type
FV met schotelveer en FFV met schroefveren. Meet en noteer de veerhoogte zoals
afgebeeld in figuur 31. Wanneer de frictieplaten bedekt zijn met een metalen strook (zie
figuur 32), dan is het een FT-frictiekoppeling. Als de platen van de koppeling zichtbaar
zijn en de bouten blinde moeren hebben, dan is de koppeling van het type FK.
Na afloop van het seizoensgebruik dient u de veerdruk te ontspannen en het
mechanisme op een droge plaats te bewaren.
Alvorens het mechanisme weer in gebruik te nemen, dient men te controleren of de
frictieplaten goed functioneren en dient men de veerhoogte terug te brengen naar de
oorspronkelijke waarde.
Bij oververhitting van het mechanisme als gevolg van vaak en langdurig slippen, dient
men de dealer van de machine of de dealer van Bondioli & Pavesi te raadplegen.
FV - FFV DRAAIMOMENTBEGRENZER MET FRICTIEPLATEN
23
Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.
Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en overbelasting
worden vermeden.
Deze voorziening kan worden gebruikt als draaimomentbegrenzer of als
startmechanisme voor zeer trage machines.
De ijking kan gewijzigd worden via de bijstelling van de werkhoogte van de veer.
De instelwaarde van de draaimomentbegrenzers met frictieplaten FV en FFV
24
varieert afhankelijk van de hoogte h van de veren.
Om de instelwaarde te verhogen/verlagen draait u de acht moeren 1/4 slag vast/los.
Controleer vervolgens de werking. Herhaal deze handeling indien nodig. Draai de
bouten niet te vast, dit zou de werking negatief kunnen beïnvloeden.
FT - FK – DRAAIMOMENTBEGRENZER MET FRICTIEPLATEN
25
Het slippen van de frictieplaten verlaagt de waarde van het draaimoment.
Kortstondige overschrijding van het toegestane draaimoment en overbelasting
worden vermeden.
Deze voorziening kan worden gebruikt als draaimomentbegrenzer of als
startmechanisme voor zeer trage machines.
De FT-frictiekoppeling heeft een metalen strook om haar omtrek.
NL
61