Bij een continuïteitsmeting, een lus- of lijnimpedantiemeting, een differentieeltest of een diëlektrische test kan het
apparaat hoge stroomwaarden genereren. De inwendige temperatuur neemt dan toe.
Wanneer het apparaat te heet is om goed te kunnen functioneren, meldt het dit door een symbool weer te geven in
de statusbalk.
■
: de temperatuur van het apparaat is hoog, maar er kan nog gemeten worden.
!
■
: de temperatuur van het apparaat is te hoog en het is niet meer mogelijk om te meten.
REGISTRATIE VAN DE METINGEN
Aan het eind van iedere meting kunt u deze opslaan door te drukken op
Het geheugen is georganiseerd op locaties, objecten, Auto Scripts en metingen.
HERLEZEN VAN DE GEREGISTREERDE GEGEVENS
Sla iedere meting op een locatie en in een object op.
De locatie stelt het gebouw voor waar zich het object bevindt.
Het object stelt de te testen machine voor.
64
.
Ga voor het herlezen van de metingen weer
naar het startscherm en druk op
.