BLOEDDRUKCLASSIFICATIE VOLGENS DE WHO
Diastolische bloeddruk
Referentiemateriaal: Journal of Hypertension, 1999, Deel 17 Nr. 2
HET BEVESTIGEN VAN DE ARMMANCHET
1. Wikkel de armmanchet om de bovenarm zoals in de afbeelding aangegeven,
ongeveer 2 of 3 cm boven de elleboog. Plaats de manchet direct op de huid,
aangezien kleding een zwakkere pols kan veroorzaken en een meetfout tot gevolg
kan hebben.
2. Beklemming van de bovenarm veroorzaakt door het oprollen van een
hemdsmouw kan nauwkeurige metingen verhinderen.
3. Maak de armmanchet vast met de klittenband op zo'n manier dat hij comfortabel
past en niet te strak zit. Leg de arm op een tafel (handpalm naar boven), zodat de
armmanchet zich op dezelfde hoogte bevindt als het hart. Zorg ervoor dat er geen
knikken in de luchtslang zitten.
4. Meet de omtrek van uw arm om de juiste manchet te selecteren. Zie onder het
hoof "Specificaties".
Graad 3 hypertensie (ernstig)
Graad 2 hypertensie (gematigd)
Graad1 hypertensie (licht)
Hoog-normaal
Normaal
Optimaal
Armmanchet
(2-3)cm
Luchtslang
Beklemming van de
bovenarm