Normaal gesproken stijgt de bloeddruk tijdens werk of spel en daalt hij tot het
laagste niveau tijdens de slaap. Maak u dus niet overmatig bezorgd over de
resultaten van één meting.
Meet uw bloeddruk elke dag op hetzelfde tijdstip aan de hand van de in deze
handleiding beschreven procedure om vast te stellen wat uw normale bloeddruk is.
Een groot aantal metingen zal u een vollediger beeld van uw
bloeddrukgeschiedenis geven.
Vergeet niet de datum en de tijd van uw bloeddrukmetingen bij te houden.
Raadpleeg uw arts om uw bloeddrukgegevens te interpreteren.
Referentiemateriaal: Journal of Hypertension
1999, Deel 17 Nr. 2
mmHg
Graad 3 hypertensie (ernstig)
110
105
Graad 2 hypertensie (gematigd)
100
Graad1 hypertensie (licht)
95
90
Hoog-normaal
85
Normaal
80
Optimaal
120 130 140 150 160 170 180
Systolische bloeddruk
TE NEMEN VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK
1. Als u medicijnen gebruikt, overleg dan met uw arts om te bepalen wat het
geschikste moment is om uw bloeddruk te meten. Verander NOOIT van
voorgeschreven medicijnen zonder overleg te plegen met uw arts.
2. Bij mensen met een onregelmatige of onstabiele perifere circulatie als
gevolg van suikerziekte, leveraandoeningen, aderverkalking, enz., kunnen er
schommelingen optreden in de bloeddrukwaarden zoals gemeten aan de
bovenarm vergeleken met waarden zoals gemeten aan de pols.
3. Als het apparaat wordt gebruikt in de buurt van tv-apparaten, magnetrons,
röntgenapparatuur, mobiele telefoons of andere apparaten met een sterk
elektrisch veld kunnen er afwijkingen in de metingen optreden. Om dergelijke
interferentie te voorkomen moet u de bloeddrukmeter gebruiken op voldoende
afstand van dergelijke apparaten of deze apparaten uitschakelen.
4. Gelieve alijd uw handen te wassen alvorens het apparaat te gebruiken.
5. Meet de bloeddruk niet op de arm waarop tegelijkertijd andere medisch
elektrische controleapparatuur is aangesloten, aangezien dit tot functieverlies zou
kunnen leiden.
mmHg
150
130
110
90
70
50
30
12
mmHg
Typische fluctuatie binnen één dag
(om de vijf minuten gemeten),
Systolisch
Diastolisch
15
18 21
24
03
Na de middag
Voor de miTijd
Stand-by
06
09
Time