AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPEN
De oven is getest en ontworpen om te werken met het gas gespecificeerd op het typeplaatje
(FIG. 1).
ALS HET GAS WAARVOOR DE KACHEL IS ONTWORPEN NIET
OVEREENKOMT MET HET GASVOEDINGSNET, MOETEN
AANPASSINGEN AAN DE KACHEL WORDEN GEMAAKT.
AAN HET EINDE VAN DE TRANSFORMATIE MOETEN DE AFDICHTEN
WORDEN HERSTELD TOT DE VASTE ONDERDELEN EN HET NIEUWE
GASTYPE DAT OP HET PLAAT IS GESPECIFICEERD.
Zoals vermeld in de waarschuwing hierboven, staan de stappen om de juiste transformaties uit te
voeren hieronder vermeld:
A) Vervangen van de bovenste en onderste injectoren en branders:
Schroef het voorpaneel los (fig. 3 ref. 2) en verwijder de luchtklep (fig. 9 ref. 1/2) om de injectoren te
kunnen zien en bereiken. Schroef de injectoren los en vervang ze door die aangegeven in de tabel met
specificaties van het gekochte kachelmodel.
B) Vervangen van de injector van de waakvlambrander:
Vervang de injector (Fig.8-Ref.3) zoals aangegeven in de tabel met technische gegevens voor het
gekochte ovenmodel.
C) Vervangen van de waakvlaminjector:
Schroef de fitting los (Fig.8-Ref.4) en vervang de injector door de juiste injector zoals aangegeven in de
tabel met technische gegevens voor het model kachel.
D) Afstellen luchttoevoer boven- en onderbrander:
Draai de schroef los (fig. 9 ref. 1) om de luchtopening van de brander in de daarvoor bestemde knop te
schuiven
(Fig.9-Ref.2). Zodra de aanpassing is gemaakt, schroeft u om het onderdeel te bevestigen.
E) Minimale instelling bovenste en onderste toorts:
Voor werking op LPG (g30-g31) is het minimum vast en moet de schroef (fig. 10 ref. 1) volledig
worden aangedraaid; voor werking met andere gassoorten kan het minimum als volgt worden
ingesteld:
- Verwijder met de hand de handgreep van de brander van het bedieningspaneel (Fig. 10 ref. 2/3);
- draai de schroef (fig. 10 ref. 1) 2/3 slag los en plaats de handgreep terug;
- Steek de brander aan en draai de knop naar stand (minimum);
- Verwijder de handgreep en draai de schroef vast (fig. 10 ref. 1) totdat de vlam stabiel blijft;
- Voer enkele manoeuvres uit door de hendel naar de (maximum) (minimum) stand te draaien om de
stabiliteit van de vlam te controleren.
De waakvlambrander heeft geen minimale werking en hoeft dus niet afgesteld te worden.
15