dingskamer af te laten:
Breng het deksel van de bereidings-
•
kamer helemaal omhoog (Afb.11);
het recipiënt dat geschikt is om het
•
product erin te doen (Afb. 10A/B)
mag de rotatie van het handwiel niet
belemmeren (Afb.12).
Houd u aan het zijkant van het ap-
•
paraat en begin aan het handwiel te
draaien (Afb.12), door de beweging
van de bereidingskamer kan het
product in de richting van het reci-
piënt lopen;
Bedien het handwiel om de inclina-
•
tie van de bereidingskamer te ver-
groten of te verminderen en op die
manier de snelheid van het aflaten.
Controleer visueel het vullen van het
•
recipiënt.
Het materiaal in het opvangreci-
piënt mag tijdens de verplaatsing
niet overlopen.
Na het aflaten van de bereidingskamer
plaatst u het recipiënt in een plaats die
vooraf is klaargemaakt voor het neer-
zetten van het bewerkte product.
Herhaal de hierboven beschreven
handelingen indien nodig tot de berei-
dingskamer volledig leeg is.
VERPLICHTINGEN - VERBODEN
- ADVIES - AANBEVELINGEN
Raadpleeg hoofdstuk 2 en hoofd-
stuk 5 vooraleer verder te gaan.
Indien het apparaat op een
schoorsteen
moet de afvoerbuis worden
schoongemaakt volgens de bepalin-
gen van de specifieke normvoorschrif-
ten van het land (contacteer uw instal-
lateur voor informatie hieromtrent).
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
is
aangesloten,
- 18 -
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Na het wegnemen van het product
gaat men verder met een nieuwe la-
ding (zie "Bereidingskamer vullen") of
met de handelingen beschreven onder
"Buitendienststelling".
BUITENDIENSTSTELLING
Op het einde van de werkcyclus moet
men de draaiknoppen op het apparaat
naar de stand "Nul" draaien.
Het apparaat moet regelmatig
worden schoongemaakt, en alle
aanslag en/of voedingsresten
moeten verwijderd worden, zie hoofd-
stuk: "Onderhoud".
Indien aanwezig moeten de
verlichte indicatoren op het ein-
de van iedere werkcyclus uit
blijven.
Controleer of het apparaat optimaal
schoongemaakt en hygiënisch is, zie
"Onderhoud".
De
netwerkafsluitingen
waarts van de apparatuur sluiten (Gas
- Water - Elektriciteit).
Controleren of de afvoerkranen (in-
dien aanwezig) in de "gesloten" stand
staan.
ONDERHOUD
Het apparaat wordt gebruikt
voor de bereiding van producten
voor voedingsgebruik, houd het
apparaat en de hele omgeving errond
constant rein. Het niet naleven van
optimale hygiënische omstandighe-
den kan oorzaak zijn van vroegtijdige
slijtage van het apparaat en gevaarlij-
ke situaties creëren.
Vuilresten die zich ophopen in
de buurt van warmtebronnen
kunnen tijdens het normale ge-
stroomop-
8.