bruik van het apparaat ontbranden
en zo gevaarlijke situaties creëren.
Het apparaat moet regelmatig wor-
den schoongemaakt, en alle aanslag
en/of voedingsresten moeten verwij-
derd worden.
Het chemische effect van zout
en/of azijn of andere stoffen die
chloor bevatten, kan op lange
termijn fenomenen van corrosie bin-
nenin de bereidingszone genereren.
Als het apparaat met dergelijke stoffen
in contact komt, moet het zorgvuldig
met
specifiek
worden schoongemaakt, overvloedig
worden nagespoeld en met zorg wor-
den afgedroogd.
Let goed op de roestvrijstalen op-
pervlakken niet te beschadigen; in
het bijzonder mogen geen bijten-
de producten, schurende materialen of
scherp gereedschap worden gebruikt.
De schoonmaakvloeistof voor de
reiniging van het kookvlak moet
welbepaalde chemische eigenschap-
pen hebben: pH groter dan 12, vrij van
chloor/ammoniak, viscositeit en densi-
teit zoals water. Gebruik geen agres-
sieve producten voor de schoonmaak
aan de buitenkant en de binnenkant
van het apparaat (gebruik in de han-
del verkrijgbare schoonmaakproduc-
ten die aangewezen zijn voor staal,
glas en email).
Lees aandachtig de aanwijzin-
gen op het etiket van de ge-
bruikte producten, draag een
beschermingsuitrusting die geschikt is
voor de uit te voeren werkzaamheden
(Zie beschermingsmiddelen vermeld
op het etiket van de verpakking).
In geval van langdurige inactiviteit,
is het noodzakelijk om naast alle
voedingslijnen af te sluiten ook
een zorgvuldige schoonmaak van alle
interne en externe delen van het appa-
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
schoonmaakproduct
- 19 -
ONDERHOUD
raat uit te voeren.
Wacht tot de temperatuur van het
apparaat en alle onderdelen is
afgekoeld, zodat de gebruiker
niet wordt verbrand
DAGELIJKSE SCHOONMAAK
Haal alle voorwerpen uit
de bereidingskamer.
Breng de schoonmaak-
vloeistof met een gewo-
ne vernevelaar op het
hele oppervlak aan (bereidingskamer,
deksel en alle blootgestelde opper-
vlakken) en maak het hele apparaat
handmatig met behulp van een
niet-schurende spons zorgvuldig
schoon.
Daarna overvloedig met drinkbaar water
naspoelen (gebruik geen waterstralen
onder druk, rechtstreeks gerichte water-
stralen of stoomreinigers).
Laat het water wegvloeien met behulp
van het systeem voor verplaatsing van
de bereidingskamer.
Ga enkel verder met het verplaatsen
van de bereidingskamer om die leeg
te maken nadat een recipiënt (uit
geschikt materiaal en met voldoende
inhoud) onder de afvoerafsluiter werd
geplaatst.
Het recipiënt tot halverwege vullen voor
een veilige verplaatsing. Het recipiënt
leegmaken volgens de procedures voor
verwijdering die van kracht zijn in het
land van gebruik, en het leeggemaakte
recipiënt in de speciale houder terug-
plaatsen.
Herhaal de hierboven beschreven
handelingen tot de bereidingskamer
volledig leeg is.
Na het voltooien van de beschreven
handelingen met een niet-schurende
doek zorgvuldig drogen.
Om alle vochtresten weg te nemen moet
8.
NL