SIS SIS10.ESY.00 Manual Del Usuario página 112

2.5. Veiligheidswaarschuwingen
•
Het anti-botsingssysteem SIS1.0 Easy is geen vervanging van de operator bij het manoeuvreren van industriele
voertuigen, zowel vooruit als achteruit. Het besturen van industriele voertuigen moet daarom besteed worden aan
hiertoe bevoegd en getraind personeel, conform the geldende wettelijke bepalingen.
•
Het anti-botsingssysteem SIS is geen vervanging van de operator bij het manoeuvreren van industriele voertuigen, zowel
vooruit als achteruit. De bestuurder moet daarom tijdens het rijden constant in de rijrichting kijken, om vast te stellen dat er
geen gevaarlijke situaties zich voordoen.
•
De installatie en de instelling van het anti-botsingssysteem SIS is voor rekening van de Koper / Eindgebruiker. Deze
handelingen moeten door bevoegd en gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd; de Koper / Eindgebruiker dient de
technische/professionele bevoegdheid te verifiëren.
De Koper / Eindgebruiker, en dus de Installateur van het apparaat dient vooraf de gebruikershandleiding van het voertuig,
waarop het anti-botsingssysteem SIS geïnstalleerd wordt, te raadplegen; in het bijzonder dient en naar het elektrische
bedradingsschema te worden gekeken om het juiste aansluitingspunt voor het apparaat te bepalen.
•
Het anti-botsingssysteem SIS is een middel dat het manoeuvreren vergemakkelijkt; voor de beste prestaties wordt aanbevolen
om de snelheid van het voertuig binnen de in deze handleiding voorgeschreven limieten te houden.
•
Het instellen van de verschillende afstanden moet in overeenstemming zijn met de eigenschappen van de werkomgeving van
het anti-botsingssysteem.
•
Industriele voertuigen waarop het anti-botsingssysteem SIS gemonteerd is, dienen met matige snelheid te worden bestuurd
om een stabiele lezing mogelijk te maken.
•
De Koper / Eindgebruiker dient de bestuurders van industriele voertuigen waarop het anti-botsingssysteem SIS geïnstalleerd
is, te informeren en trainen m.b.t. de voorgeschreven en ingestelde afstanden.
2.6. Vaststelling van restrisico's
Er worden aan het gebruik van het anti-botsingssysteem SIS1.0 Easy geen restrisico's verbonden.
Wel kunnen er restrisico's ontstaan door de combinatie van het samenstel industrieel voertuig en anti-botsingssysteem; in het bijzonder
bij:
•
Oneigenlijk rijgedrag of besturing van industriele voertuigen. Daarom is het zo belangrijk dat het bevoegde personeel vooraf
goed wordt geïnformeerd en getraind over het gebruik van zowel de middelen als over de juiste werkwijze van voertuig en
systeem in overeenstemming met de voorgeschreven en ingestelde snelheden.
•
Onvoldoende reiniging van de sensor: stof of vuil op de zenders en of ontvangers van de CySens sensor hebben een negatief
invloed op de werking en kunnen het ultrasone verzonden/ontvangen signaal verstoren waardoor de prestaties en
gevoeligheid verlaagd worden.
•
Oneigenlijk gebruik en onderhoud van de sensor: in het bijzonder het eventuele indrukken van de zenders / ontvangers van
het sensorsignaal tijdens reinigings- en onderhoudswerkzaamheden. Dit kan de kwaliteit van het ontvangen signaal sterk
verslechteren waardoor, net als in de vorige situatie, de prestaties en de gevoeligheid verlaagd worden.
Het is verboden om het anti-botsingssysteem SIS volledig af te dekken; dit verstoort volledig de juiste werking.
•
Positie van de sensor: in het specifieke als het bedekkingsgebied van de zenders en of de ontvangers naar beneden gericht
zijn i.p.v. parallel aan de grond. In deze situatie wordt door de sensor alleen de grond i.p.v. de juiste afstand tot eventuele
obstakels gedetecteerd.
•
Storingen van de omgeving: vooral in lawaaiige omgevingen met hele hoge geluidsgolven (bijv. als er machines aanwezig zijn
die ook op basis van ultrasoon signalen werken). Ook in dit geval kunnen er foutieve alarmsignalen ontstaan zonder dat er
hiertoe aanleiding voor is.
Hieronder volgen een aantal voorbeelden van situaties waarin de normale detectiefunctie van het anti-botsingssysteem SIS
verstoord wordt met gevaar voor de bestuurder van het industriele voertuig als gevolg.
In geval van Figura 5, ofwel bij aanwezige geluidsisolatie in de omgeving; het door de sensor verzonden signaal wordt door
het isolerende materiaal geabsorbeerd; hierdoor is het systeem niet meer in staat obstakels te detecteren.
In de gevallen Figura 6 en Figura 7 bevinden de obstakels zich buiten het bereik van de sensor en kunnen daardoor niet
gedetecteerd worden. Op grond hiervan is het van groot belang dat de bestuurder altijd in de rijrichting van het voertuig kijkt.
Tot slot het voorbeeld van Figura 8, in het geval van uitspringende delen kan het ultrasone signaal van de zender verstoord
worden met gevaar voor een onjuiste detectie van het obstakel en de afstand als gevolg.
Pagina 112
MNL.000001 Rev.03 25.09.2019