LET OP: gebruik alleen kabels die bij de inverter of als accessoire hiervan worden geleverd (het is geen normale in de handel
verkrijgbare kabel).
4.2.2
Sensoren
Om te kunnen werken heeft een drukverhogingsgroep tenminste één druksensor nodig en, als optie, één of meer stromingsensoren.
Als druksensoren kunnen ratiometrische sensoren van 0-5V gebruikt worden en in dit geval kan er één per inverter worden
aangesloten, of als alternatief stroomsensoren van 4-20mA en in dit laatste geval kan er slechts één worden aangesloten.
De stromingsensoren zijn altijd optioneel en er mogen van 0 tot één sensoren per inverter worden aangesloten.
4.2.2.1
Debietsensoren
De debietsensor moet gemonteerd worden op de persverzamelleiding waarmee alle pompen zijn verbonden en de elektrische
aansluiting kan op één willekeurige inverter worden gerealiseerd.
De debietsensoren kunnen op twee manieren worden aangesloten:
een enkele sensor
•
net zoveel sensoren als er inverters zijn
•
De instelling wordt uitgevoerd via de parameter FI.
Het gebruik van meerdere sensoren is nuttig wanneer u zeker wilt zijn van de opgebrachte stroming van iedere pomp en een meer
gerichte beveiliging tegen droog draaien wilt realiseren. Om meerdere debietsensoren te gebruiken, is het nodig om de parameter FI
in te stellen op meerdere sensoren en iedere debietsensor aan te sluiten op de inverter die de pomp, op wiens persleiding de sensor
is gemonteerd, aanstuurt.
4.2.2.2
Groepen met alleen een druksensor
Het is mogelijk om drukverhogingsgroepen te realiseren zonder een stromingsensor te gebruiken. In dit geval is het nodig om de
uitschakelfrequentie van de pompen FZ in te stellen zoals beschreven in 6.5.9.1.
Ook zonder het gebruik van de stromingsensor blijft de beveiliging tegen droogdraaien functioneren.
4.2.2.3
Druksensoren
De druksensor of druksensoren moet(en) op de persverzamelleiding worden gemonteerd. Er kunnen meer dan één druksensoren zijn
als ze ratiometrisch (0-5V) zijn, in het geval van stroomsensoren (4-20mA) is er slechts één sensor. In het geval er meerdere sensoren
zijn, zal de druk worden afgelezen als gemiddelde van alle sensoren. Om meerdere ratiometrische druksensoren (0-5V) te gebruiken
is het voldoende om de connectors in de hiervoor bestemde ingangen te steken, zonder dat er parameters te hoeven worden ingesteld.
Het aantal gemonteerde ratiometrische druksensoren (0-5V) kan naar gevarieerd worden tussen één en het maximumaantal aanwezig
inverters. Er kan daarentegen slechts één druksensor 4-20mA gemonteerd worden, zie paragraaf 2.2.3.1.
4.2.3
Aansluiting en instelling van de optisch gekoppelde ingangen
De ingangen van de inverter zijn optisch gekoppeld, zie par 2.2.4 en 6.6.13 dit betekent dat de galvanische isolatie van de ingangen
ten opzichte van de inverter gegarandeerd is, ze dienen voor het activeren van de functies vlotter, hulpdruk, deactivering van het
systeem, lage druk op de aanzuiging. De functies worden gesignaleerd door de berichten F1, Paux, F3, F4. De functie Paux zorgt,
indien geactiveerd, dat het systeem onder druk wordt gebracht met de ingestelde druk, zie par 6.6.13.3. De functies F1, F3, F4
bewerkstelligen voor 3 verschillende oorzaken een uitschakeling van de pomp zie par 6.6.13.2, 6.6.13.4, 6.6.13.5.
Wanneer men een multi inverter systeem gebruikt, moeten de ingangen als volgt gebruikt worden:
de contacten die de hulpdrukwaarden realiseren, moeten in parallel op alle inverters worden doorgevoerd, zodat op alle
•
inverters hetzelfde signaal aankomt.
de contacten die de functies F1, F3, F4 realiseren kunnen zowel met onafhankelijke contacten voor iedere inverter, als met
•
een enkel, parallel op alle inverters doorgeschakeld contact worden aangesloten (de functie wordt alleen geactiveerd op de
inverter waar de bedieningsinstructie aankomt).
De parameters voor instelling van de ingangen I1, I2, I3, I4 maken deel uit van de gevoelige parameters, de instelling van één van
deze parameters op een willekeurige inverter zal dus leiden tot automatische uitlijning op alle inverters. Aangezien de instelling van
de ingangen niet alleen de keuze van de functie bepaalt, maar ook het soort polariteit van het contact, zal de functie noodzakelijkerwijs
NEDERLANDS
398