▶ Plaats de werktuigneus van het indrijftoestel op een geschikt
materiaaloppervlak met de betreffende dikte.
▶ Het indrijftoestel activeren.
▶ Daarbij controleert u het volgende:
− De activering vindt alleen plaats bij ingedrukte
activeringsveiligheid, met andere woorden, wanneer
de werktuigneus vast op de ondergrond gedrukt is.
− Bij de enkele activering: de ingedrukte activeringsbeveiliging
en de activeringstoets moeten keer op keer voor een nieuwe
activering in de vertrekpositie geplaatst worden.
▶ Wanneer de indrijfdiepte niet correct is, verandert u de instelling
aan het instelwiel (zie pagina 47).
▶ Voer opnieuw een test op het indrijfpunt uit en controleer
de indrijfdiepte.
Wanneer alle functies correct uitgevoerd worden kunt
u het indrijftoestel gebruiken.
Voor het bedrijf
45