OBJ_BUCH-3181-006.book Page 91 Thursday, April 12, 2018 9:20 AM
Na afsluiting van de meting wordt het resultaat
09.06.2017
13:20:23
voor het gevraagde lijnstuk „X" in de resultaat-
60º
153.104
m
regel a weergegeven. De meetwaarde voor lijn-
60.0
stuk „1" en de hoek „α" staan in de meetwaar-
76.552 m
deregels h.
d) Trapeziummeting (zie afbeelding E)
De trapezemeting kan bijv. voor het bepalen van de lengte van
een dakhelling worden gebruikt.
Kies de trapezemeting
.
Meet net als bij een lengtemeting de lijnstukken „1", „2" en
„3" in deze volgorde. Let erop dat de meting van lijnstuk „3"
exact aan het eindpunt van lijnstuk „1" begint en dat tussen
de lijnstukken „1" en „2" en tussen „1" en „3" een rechte
hoek bestaat.
Na afsluiting van de laatste meting wordt het re-
09.06.2017
13:20:23
sultaat voor de gezochte afstand „X" in de re-
60º
3.624
m
sultaatregel a weergegeven. De individuele
2.456
m
meetwaarden staan in de meetwaarderegels h.
4.872
m
4.356 m
Muuroppervlaktemeting (zie afbeelding F)
De muuroppervlaktemeting dient voor het bepalen van de
som van een aantal oppervlakten met een gemeenschappelij-
ke hoogte.
In het weergegeven voorbeeld moet de totale oppervlakte van
meerdere wanden worden bepaald die dezelfde ruimtehoog-
te H, maar verschillende lengtes L hebben.
Kies de wandoppervlaktemeting
Meet de ruimtehoogte H net als bij een lengtemeting. De
meetwaarde wordt in de bovenste meetwaarderegel weerge-
geven. De laser blijft ingeschakeld.
Meet daarna de lengte L
09.06.2017
13:20:23
De oppervlakte wordt automatisch berekend en
0.0º
2.500
m
verschijnt in de resultaatregel a. De laatste
3.899
m
lengtemeetwaarde staat in de onderste meet-
12.558
m
2
31.395 m
waarderegel h. De laser blijft ingeschakeld.
Meet nu de lengte L
van de tweede wand. De in de meetwaar-
2
deregel h weergegeven individuele meetwaarde wordt bij de
lengte L
opgeteld. De som van de beide lengtes (weergege-
1
ven in de middelste meetwaarderegel h) wordt vermenigvul-
digd met de opgeslagen hoogte H. De totale oppervlaktewaar-
de verschijnt in de resultaatregel a.
U kunt willekeurig veel verdere lengtes L
tisch opgeteld en met de hoogte H vermenigvuldigd worden.
Voorwaarde voor een correcte berekening van de oppervlakte
is dat de eerste gemeten lengte (in het voorbeeld de ruimte-
hoogte H) voor alle deelvlakken hetzelfde is.
Uitzetfunctie (zie afbeelding G)
De uitzetfunctie meet herhalend een gedefinieerde lengte (af-
stand). Deze lengtes kunnen naar een oppervlak worden
overgebracht om het bijv. mogelijk te maken materiaal in even
lange stukken te snijden of staanderwanden in de droge mon-
tagebouw op te richten. De instelbare minimale lengte be-
draagt 0,1 m, de maximale lengte bedraagt 50 m.
Bosch Power Tools
Opmerking: In de uitzetfunctie wordt de afstand tot de mar-
kering op het display weergegeven. De referentie is niet de
rand van het meetgereedschap.
Kies de uitzetfunctie
Stel de gewenste lengte met toets 4 [+] of toets 11 [–] in.
Start de uitzetfunctie door op de meettoets 2 [
en loop langzaam weg van het startpunt.
0.81x
0.483
Opmerking: Bij continu meten kunt u door het indrukken en
ingedrukt houden van de meettoets 2 [
waarde als gedefinieerde lengte vastleggen.
1x
0.500
Hellingmeting/Digitale waterpas
Kies de hellingsmeting/digitale waterpas
Het meetgereedschap schakelt automatisch tussen twee toe-
standen om.
.
van de eerste wand.
1
Als referentieniveau voor de digitale waterpas dient de onder-
kant van het meetgereedschap.
Knippert de indicatie tijdens de meting, dan werd het meetge-
reedschap te sterk zijdelings gekanteld.
Geheugenfuncties
meten, die automa-
De waarde of het eindresultaat van elke afgesloten meting
X
wordt automatisch opgeslagen.
Tip: als de camera is ingeschakeld, wordt de foto automatisch
samen met het meetresultaat opgeslagen. De volgende infor-
matie wordt op de foto weergegeven:
– meetresultaat
– afzonderlijke metingen (vereist voor het bepalen van de
meetresultaten)
– gebruikte meetfunctie
– referentie
– datum en tijd
– hellingshoek (alleen bij ingeschakelde waterpas).
.
Het meetgereedschap meet permanent de af-
stand tot het startpunt. Daarbij worden de ge-
0.500m
definieerde lengte en de actuele meetwaarde
m
weergegeven. De onderste of bovenste pijl
geeft de kleinste afstand tot de komende of laat-
1
ste markering aan.
De linker factor geeft aan hoe vaak de gedefini-
eerde lengte al werd bereikt. De groene pijlen
0.500m
aan de zijkant op het display geven het bereiken
m
van een lengte voor markeringsdoeleinden aan.
Rode pijlen of een rode tekst geven de werkelij-
ke waarde aan wanneer de referentiewaarde
buiten het display ligt.
De digitale waterpas dient voor de controle van
de horizontale of verticale uitlijning van een ob-
ject (bijv. wasmachine, koelkast enz.).
1° 2° 3°
Wanneer de helling 3° overschrijdt, brandt het
bolletje op het display rood.
De hellingsmeting dient voor het meten van een
stijging of helling (bijv. van trappen, leuningen,
bij het inpassen van meubels, bij het plaatsen
88.0°
van buizen enz.).
Als referentieniveau voor de hellingsmeting
dient de linkerkant van het meetgereedschap.
1 609 92A 4F4 | (12.4.18)
Nederlands | 91
] te drukken
] ook een gemeten
.