NL
3.1 Snijden van binnenuitsnijdingen
Voor het snijden van binnenuitsnijdingen is
een geboord begingat (d) nodig, lees Bin-
nenuitsnijding maken
N 350
N 500
(3A1)
(3A1)
d
30 mm
41 mm
3.2 Snijden met sjabloon
h
a
a
Afstand tussen de contour van de sja-
bloon en de contour van het werkstuk
h
Sjabloondikte
r
Minimale sjabloonradius
s
Neem bij het snijden met sjabloon de volgen-
de minimumafmetingen in acht:
N 350
N 500
(3A1)
(3A1)
a
5,5 mm
8,5 mm
h
4 mm
3 mm
r
12,5 mm 110 mm 160 mm
s
68
[} 316].
G
N 700
N 1000
(2A1)
(3B1)
60 mm
75 mm
r
s
N 700
N 1000
(2A1)
(3B1)
11 mm
15,5 mm
5 mm
5 mm
330 mm
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
3.3 Snijden van radiussen
Neem bij het snijden van radiussen de mini-
mumradius (r
) in acht:
min
N 500
(3A1)
r
90 mm
140 mm
min
N 350
(3A1)
Met dit elektrogereedschap kunt u op
de plaats draaien. Derhalve hoeft u geen re-
kening te houden met een minimale binnen-
radius (r
).
min
3.4 Toerental verlagen
N 350
N 500
(3A1)
(3A1)
Bij dit elektrogereedschap kunt
u het toerental in de volgende situaties voor
een korte tijd verlagen:
– Snijden na voortekening
– Snijden van radiussen
– Snijden van materialen met een hoge
sterkte
3.5 Andere versnelling selecteren
N 1000
(3B1)
Voor een hogere bewerkingssnelheid
kunt u de tweede versnelling van het elektro-
gereedschap selecteren, lees Andere ver-
snelling selecteren
H
U kunt alleen een andere versnelling selec-
teren als, nadat u het elektrogereedschap
hebt uitgeschakeld, de motor nog met een
laag toerental draait.
Houd bij het selecteren van een andere ver-
snelling de volgende maximale materiaaldik-
tes aan:
2
Staal tot 400 N/mm
2
Staal tot 600 N/mm
Aluminium
2
tot 250 N/mm
N 700
N 1000
(2A1)
(3B1)
300 mm
[} 316].
Materiaaldikte
1e ver-
2e ver-
snelling
snelling
10 mm /
8 mm /
0,394 in
0,315 in
7 mm /
5 mm /
0,276 in
0,2 in
12 mm /
10 mm /
0,472 in
0,394 in