Geprogrammeerde modus uitschakelen
1. Druk op de knop
modus.
2. Druk op de knop om naar de thermostaatmodus te gaan.
Informatie:
Door het invoeren van de inschakeltemperatuur voor de thermostaatmodus
wordt automatisch dezelfde waarde ingesteld voor de inschakeltemperatuur
van de geprogrammeerde modus.
Standaard instellingen:
Inschakeltemperatuur: 21°C
Uitschakeltemperatuur: "--" (alleen controlevlam)
Temperatuur instellingen
1. Houd de knop ingedrukt , totdat er een knipperend pictogram op het
display verschijnt . Het symbool "ON'' en de inschakeltemperatuur (inge-
steld in thermostaatmodus) worden weergegeven.
2. Druk op de knop om door te gaan , of wacht. Er verschijnt een pictogram
op het display
, symbool „OFF" en een knipperende waarde die de uitscha-
keltemperatuur symboliseert.
3. Stel de gewenste uitschakeltemperatuur in met behulp van de knoppen
.
4. Druk op om te bevestigen. .
Daginstellingen
5. Het symbool begint te knipperen op het display„ALL".druk op de knop
om een van de drie beschikbare invoeropties te selecteren (ALL, SA:SU, 1,
2, 3, 4, 5, 6, 7).
6. Druk op om te bevestigen .
Symbolen SA:SU duiden respectievelijk zaterdag en zondag aan. De afzon-
derlijke cijfers komen overeen met de dagen van de week (bijvoorbeeld 1
- maandag, 2 - dinsdag, 3 - woensdag, 4 - donderdag, 5 - vrijdag, 6 - zaterdag,
7 - zondag).
Inschakeltijdinstellingen (programma 1)
Optie geselecteerd „ALL"
7. Er verschijnt een pictogram op het display
even "ALL" weergegeven. Vervolgens begint het uurveld te knipperen.
8. Stel de tijd in met de knoppen
9. Druk op om te bevestigen . Er verschijnt een pictogram op het display
, 1, „ON", daarna wordt het symbool weer even weergegeven„ALL". Het
minutenveld begint dan te knipperen.
10. Stel de minuten in met de knoppen
11. Druk op om te bevestigen .
, zijn , om over te schakelen naar de handmatige
.
.
, 1, „ON", Vervolgens wordt
423