NL
3. Veiligheid
Lees voor de montage van het apparaat deze bedrijfshandleiding aandachtig door.
BELANGRIJK!
Verricht geen aansluitwerkzaamheden aan het systeem, wanneer
schrikdraadapparaat en elektrische omheining onder spanning staan!
Alle WZG-
schrikdraadapparaten voldoen aan de eisen van de veiligheidsvoorschriften voor
elektrische omheiningen. Toch is een elektrische omheiningsinstallatie niet geheel
ongevaarlijk. Een schok van de elektrische omheining is voor een mens niet
ongevaarlijk en kan vooral voor kleine kinderen en personen met hartklachten
gevaarlijk zijn. Het veilige gebruik van elektrische omheiningen vereist, dat men zich
houdt aan de officieel voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. In hoofdstuk 9 van
deze bedrijfshandleing vindt u de veiligheidsvoorschriften voor elektrische
omheiningen. Zorg dat u de voorschriften kent en volg deze op!
BELANGRIJK!
Wanneer het schrikdraadapparaat beschadigd is, moet het direct
uitgeschakeld en gerepareerd worden.
4. Montage en ingebruikname van het elektrische omheiningsapparaat
WZG SG3 kan direct op de WZG-aardingsstaaf worden gemonteerd. Wanneer dit
schrikdraadapparaat direct onder of in de buurt van de omheining wordt gemonteerd,
kan de aansluiting zelf zonder afzonderlijke omheiningsaansluitkabel plaatsvinden!
Eerst de montageplaats kiezen. De aarding indien mogelijk aan de buitenkant van de
omheining, op een vochtige plaats aanbrengen, bijv. in leemhoudende grond, waar de
aardingsstaaf goed kan worden geplaatst en goed contact met de bodem is
gegarandeerd. Zandige bodems vermijden, omdat die niet goed voor het aarden
geschikt zijn. Na montage laat u het elektrische omheiningsapparaat aan door aan de
knop te draaien (5). Met het draaien van de knop kunt u ook het pulsinterval instellen.
Aardingsstaaf (9) op een geschikte plaats in de bodem slaan zodat hij ca. een halve
meter uit de aarde steekt. Schroef (4) voor aardingsaansluiting losdraaien, de
bevestigingsbeugel iets losdraaien en het schrikdraadapparaat tot aan de aanslag op
de aardingsstaaf steken (zie afbeelding). Schroef (4) weer vast aandraaien en
apparaat op goede bevestiging controleren. Onder goede voorwaarden is het
schrikdraadapparaat voldoende geaard. De aarding kan eventueel door de aansluiting
van nog een aardingsstaaf worden verbeterd, waarvan de geleider aan de schroef (4)
wordt aangesloten. Indien de mogelijkheid bestaat om het schrikdraadapparaat direct
naast of onder de omheining te monteren, kan de omheiningsband (koord) direct onder
de aansluitbeugel (3) voor de omheiningsband bevestigd worden. Bevestigingsschroef
voor omheiningsband/koord (2) losdraaien, omheiningsband onder de beugel leggen
en schroef vast aandraaien.
38