2. Noodrem: indien u de aandrijving door middel van de knop ON/OFF uitschakelt wordt onmiddellijk en volledig
geremd. Deze remmethode wordt niet aangeraden, behalve in noodgevallen, aangezien u zeer abrupt tot stilstand
komt.
3. Stoepranden:
Schenk aandacht aan de andere weggebruikers. Vergeet niet dat een bestuurder van een wagen
of een vrachtwagen nooit een rolstoel verwacht die van de stoep afrijdt. Steek bij twijfel de straat
niet over tot u heeft gecontroleerd dat er niets aankomt.
Steek de straat altijd zo snel mogelijk over; de kans bestaat dat andere voertuigen verschijnen.
Probeer nooit een stoeprand die hoger is dan 10 cm te bestijgen of af te dalen.
Probeer nooit hoge stoepranden, hellingen of steile stroken op te rijden, aangezien u uit de stoel
zou kunnen vallen, of de stoel zou kunnen omkantelen.
Probeer nooit stoepranden te beklimmen in de buurt van rioolbedekkingen of ongelijke of met grint bedekte
oppervlakken.
Probeer nooit vooruit een stoeprand af te dalen die hoger is dan 5 cm.
Neem nooit een helling of stoeprand wanneer u er schuin voorstaat. Nader enkel met een hoek van 90°, met
ten minste 50 cm aanloop.
4. Banden: de banden van de rolstoel zijn onderhevig aan slijtage naargelang de gebruiksfrequentie van de
stoel. Controleer de banden regelmatig in het bijzonder op bandenspanning met behulp van de aanwijzingen
van deze handleiding.
Waarschuwing: NOOIT de banden met de druklijn van een pompstation OPPOMPEN:
5. Inrichting om het wiel vrij te maken: gebruik deze functie alleen om de rolstoel handmatig van de ene naar
de andere plaats te verplaatsen. Vergeet niet dat de rolstoel geen remsysteem heeft zolang de inrichting om het
wiel vrij te maken geactiveerd is.. Door het uitzetten van de motor verschijnt er een foutbericht op de besturing,
wat wordt aangegeven door de knipperende LED-display. Om veiligheidsredenen kan de rolstoel dan niet langer
met de joystick worden bewogen.
6. Transport in wagens
Dit product is geschikt om in overeenstemming de certificering ISO / NP 7176-19: 2001, te gebruiken als stoel
in voertuigen, bij gelijktijdig gebruik van het spanbandensysteem Unwin (4 point WWR / ATF / K / R)
Een in een voertuig vastgezette rolstoel biedt niet dezelfde veiligheid als een normale stoel en veiligheidssysteem
in dat voertuig. Sunrise adviseert altijd om de rolstoelgebruiker over te brengen naar een stoel van het voertuig.
Sunrise Medical erkent dat het niet altijd praktisch is om een rolstoelgebruiker over te brengen naar een gewone
stoel in het voertuig. Wanneer de gebruiker vervoerd moet worden in de rolstoel, moet onderstaand advies
worden opgevolgd:
1.
Controleer of het voertuig over de juiste hulpmiddelen beschikt om een passagier in een rolstoel te vervoeren.
Controleer tevens of de methode om in en uit het voertuig te komen, geschikt zijn voor uw type rolstoel. De
vloer van het voertuig moet sterk genoeg zijn om het totale gewicht van de rolstoelgebruiker, de rolstoel en
de accessoires te dragen.
2.
Rondom de rolstoel dient voldoende ruimte te zijn om de spanbanden en veiligheidsgordels te bevestigen
en de rolstoel goed en gemakkelijk vast te zetten en los te maken.
3.
De stoel met daarin de gebruiker moet in de rijrichting worden geplaatst. De rolstoel dient te worden vastgezet
met spanbanden en voor de gebruiker dienen veiligheidsgordels gebruikt te worden, waarbij wordt voldaan
aan de normen ISO 10542 of SAE J2249 en aan de WTORS instructies van de fabrikant.
4.
De rolstoel is niet getest in andere posities binnen een voertuig. De rolstoel met daarin de gebruiker mag
nooit in zijwaartse richting worden vervoerd. (Fig. 10)
•
Waarschuwing: indien dit advies wordt genegeerd ontstaat het risico op ernstig letsel of overlijden.
5.
De rolstoel moet worden vastgezet met een bevestigingssysteem dat voldoet aan ISO 10542 of SAE J2249,
met niet-verstelbare banden aan de voorzijde en verstelbare banden aan de achterzijde, die worden bevestigd
door middel van karabijnhaken/S-haken en gesp en gordel bevestigingen. De bevestigingen bestaan
52