7. Mobiele telefoons: gebruik geen mobiele telefoon wanneer u met de stoel rijdt. Dit kan de opbouw van krachtige
elektromagnetische velden veroorzaken, wat de elektrische installatie van de stoel kan beschadigen. Als u uw
mobiele telefoon moet gebruiken, stop de stoel dan eerst en schakel hem uit. Blijf uit de buurt van antennes,
hoogspanningsposten, enz. Vergeet evenmin dat de stoel zelf andere elektromagnetische velden kan verstoren
zoals alarmsystemen van winkels.
8. Weersomstandigheden: indien u uw stoel in aanraking komt met regen, sneeuw of ijs kan dit een negatief
effect op de werking van de stoel hebben. Gebruik uw stoel nooit in een zwembad of andere waterplas. Indien uw
stoel nat wordt of indien u water gebruikt om de stoel te reinigen dan moet u de stoel zo snel mogelijk zorgvuldig
drogen.
9. Hete oppervlakken: niet enkel de motoren worden verhit wanneer de stoel gebruikt wordt, maar ook de
bekleding en de armsteunen heet worden wanneer zij aan de zon blootgesteld worden.
OPMERKINGEN:
- De gebruiker, inclusief de voorwerpen die hij vervoert, mag een totaal gewicht van 125 kg niet overschrijden.
- Probeer de stoel uit voordat u hem gebruikt.
- Als u een storing aan de stoel ontdekt, laat deze dan repareren of opnieuw instellen. Uw dealer kan u helpen
de fout te vinden en hem te corrigeren.
- Verzeker u ervan dat de batterijen opgeladen zijn.
- Wees er op bedacht bij het maken van iedere transfer dat er een moment is dat er zich geen zitting onder u
bevindt.
- Wees extra voorzichtig wanneer u achteruit rijdt. Het is mogelijk dat u de controle verliest of dat u valt wanneer
één van de wielen met een obstakel in contact komt.
- Neem hellingen alleen wanneer u er zeker van bent dat u geen trekkracht verliest.
- Til de stoel uitsluitend aan de niet demonteerbare (vaste) onderdelen van het hoofdframe op.
- Elektrische verbindingen mogen nooit worden kortgesloten aangezien dit een explosie kan veroorzaken.
- Gebruik uw stoel niet indien één van de banden te zacht of te hard opgepompt is.
- Wanneer u 'mobiele telefoons gebruikt moet u de stoel uitschakelen om elektromagnetische straling te
vermijden.
B. EIGENSCHAPPEN (Afb.1)
Rugbekleding ........................................................... 1
Bekleding van de armsteun ..................................... 2
Besturingshandel ..................................................... 3
In de hoogte en breedte instelbare armsteun .......... 4
Stabiliseringsbalk ..................................................... 5
Batterijpakken .......................................................... 6
Aandrijfmotor ............................................................ 7
C. MONTAGE
1. Voetsteun (Afb. 2): de voetsteunen kunnen worden weggedraaid door de hendel in de wegdraairichting te bewegen.
De voetsteun kan worden verwijderd door het activeren van de hendel, en de voetsteun ongeveer 90° naar buiten te
draaien en vervolgens omhoog te trekken. De voetsteun wordt weer aangebracht door de omgekeerde procedure te
volgen en hij valt automatisch op zijn plaats wanneer hij naar binnen wordt gedraaid.
2. Armsteunen (Afb. 3): schuif de buis van de armsteun in de opsluitadapter van de rolstoel en draai de hendel
naar rechts om de armsteun vast te zetten. Indien een andere individuele, vaste hoogte voor de armsteun nodig
is, kan deze worden ingesteld door de schroef in de verbindingsbuis te verstellen.
3. Anti-kantelwielen: Deze worden in de fabriek gemonteerd. De anti-kantelwielbuis is stevig aan de
motoropsluitplaat op het chassis van de rolstoel geschroefd. De anti-kantelwielen kunnen worden verwijderd
door de twee M8 Allen-schroeven te ontspannen en los te schroeven. Om deze wielen opnieuw te monteren
in omgekeerde volgorde te werk gaan. Opmerking: indien deze wielen geïnstalleerd zijn kan het moeilijker zijn
wanneer men met de stoel een stoep op- of af rijdt.
56
Motoren ..............................................8
Stuurwielen ........................................9
Voetsteun ...........................................10
Kussen ................................................11
Besturingspositie ................................12
Joystick ...............................................13