► Pas de instellingen altijd langzaam aan de patiënt aan.
► Geef de patiënt uitleg over de gevolgen van de aanpassingen op
het gebruik van de prothese.
► Als het de patiënt moeite kost om de knie in flexie te brengen, ver
stel de verstelbare extensieaanslag dan door deze naar links te
draaien zoals weergegeven in afbeelding
.
Extensiehulp instellen
► Neem bij het instellen van de extensiehulp afbeelding
na 5 in acht.
6
: Veervoorspanning verhogen,
ren
► VOORZICHTIG! Het protheseonderbeen mag in het begin van de
zwaaifase niet te ver naar dorsaal doorzwaaien.
Stel de extensiehulp zo in dat het protheseonderbeen overeen
komstig de behoeften van de patiënt naar dorsaal doorzwaait,
maar zich op tijd voor het volgende hielcontact in volledige exten
sie bevindt.
Zwaaifasefrictie instellen
► Neem bij het instellen van de zwaaifasefrictie afbeelding
pagina 5 in acht.
7
: Asfrictie versterken,
► VOORZICHTIG! Het prothesekniescharnier moet ook bij een
langzaam looptempo de volledige extensie bereiken. Neem de
aanwijzingen in de paragraaf "Instellingen afstemmen" in acht.
► Stel de zwaaifasefrictie zo in, dat het prothesekniescharnier niet
te hard tegen de extensieaanslag zwaait, maar de prothesevoet
overeenkomstig de behoeften van de patiënt voldoende door
zwaait.
4
op pagina 4 onder
Veervoorspanning verminde
Asfrictie verminderen
Instellingen afstemmen
► VOORZICHTIG! De verschillende instellingen van het prothese
kniescharnier kunnen niet helemaal onafhankelijk van elkaar wor
den aangepast. Wanneer de instellingen niet volledig kunnen
worden afgestemd op de behoefte aan comfort van de patiënt,
moeten de instellingen in de eerste plaats worden gebaseerd op
veiligheidsaspecten.
► Pas de instellingen van het prothesekniescharnier aan de patiënt
aan door fijnafstelling en oefeningen.
6
op pagi
► Als de extensiestand niet bij iedere stap en bij iedere loopsnelheid
wordt bereikt, moet u de remwerking verminderen en/of de voor
spanning van de extensiehulp verhogen.
► Controleer bij de normale consultatie en de jaarlijkse veiligheids
controles of de instellingen van de prothese nog in orde zijn.
Wijs de patiënt erop dat hij de prothese bij veranderingen in de
werking moet laten controleren.
7.5 Cosmetische overtrek aanbrengen
VOORZICHTIG
Gebruik van talkpoeder
7
op
Gevaar voor verwonding, beschadiging van het product door ont
trekking van smeermiddel
► Gebruik geen talkpoeder voor het product of voor andere prothe
secomponenten.
► Controleer na het aanbrengen van de cosmetische overtrek of de
prothese goed functioneert.
► Om de glijeigenschappen te optimaliseren en om te voorkomen
dat de cosmetische schuimstofovertrek te horen is, kunt u de wrij
vingsvlakken aan de binnenkant van de overtrek inspuiten met sili
conenspray.
47