De versnelling kan alleen ingeschakeld worden wan-
neer gelijktijdig op de vergrendeling (3) geduwd wordt.
De beweging wordt van de motor overgedragen op
aandrijfas, door middel van een koppeling met cen-
trifugaalgewichten die de beweging van de as ver-
hindert wanneer de motor op het minimaal toerental
draait.
LET OP!
De snij-inrichting mag niet bewegen
met de motor op het minimumtoerental. Als de
snij-inrichting beweegt met de motor op zijn mini-
mumtoerental, neem dan contact op met uw ver-
koper om de motor goed af te stellen.
De correcte werksnelheid wordt bekomen met de ver-
snellingshendel (2) tegen de eindaanslag.
BELANGRIJK Gedurende de eerste 6-8 werkuren van
de machine, wordt vermeden de hoogste toerentallen
te gebruiken.
3.3 STOP VAN DE MACHINE (Afb. 9)
Om de machine te stoppen, dient men:
– Laat de versnellingsknop los (2) en laat de motor
enkele seconden draaien op het laagste toerental.
– Breng de schakelaar (1) in de stand «O».
LET OP!
Nadat de versnelling in de minimum-
stand gezet werd, moet enkele seconden gewacht
worden vooraleer de snij-inrichting tot stilstand
komt.
4. WERKWIJZEN EN WERKTECHNIEKEN
Uit respect voor de anderen en het milieu:
– Wees geen storend element.
– Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de af-
danking van het snijafval.
– Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de af-
danking van olie, benzine, beschadigde onderde-
len of om het even welk element dat niet milieu-
vriendelijk is.
LET OP!
De langdurige blootstelling aan tril-
lingen kan neurovasculaire letsels en problemen
veroorzaken (ook gekend onder de naam "feno-
meen van Raynaud" of "witte hand"), vooral bij
personen die circulatiestoornissen hebben . De
symptomen kunnen betrekking hebben op de
handen, de polsen en de vingers, met verlies van
gevoeligheid, loomheid, jeuk, pijn, verkleuring of
structurele wijzigingen van de huid. Deze effec-
ten kunnen versterkt worden door een lage omge-
vingstemperatuur en/of een overdreven druk op
de handgreep. Wanneer deze symptomen optre-
den, moet de machine minder lang gebruikt wor-
den en is het noodzakelijk een arts te raadplegen.
GEVAAR!
De aanschakelinrichting van deze
machine genereert een elektromagnetisch veld
van beperkte omvang, tot echter de mogelijkheid
op interferentie met de werking van actieve of
passieve medische inrichtingen die op de bedie-
ner aangebracht zijn, niet kan uitsluiten, met als
gevolg mogelijke ernstige risico's voor zijn vei-
ligheid. Men raadt daarom aan dat te dragers van
dergelijke medische apparaten de geneesheer of
de fabrikant van deze apparaten zelf raadplegen,
vooraleer de machine te gebruiken.
LET OP!
Draag tijdens het werk gepaste kle-
dij. Uw Verkoper zal u alle nodige informatie geven
over de meest geschikte veiligheidskledij, met het
oog op een veilig gebruik van de machine.
4.1 GEBRUIK VAN HET DRAAGSTEL (Afb. 11)
LET OP!
De machine moet altijd gebruik
worden met een correct aangebracht draagstel.
Controleer regelmatig de doeltreffendheid van de
snelle ontkoppeling, om bij gevaar de riemen snel
van de machine te kunnen halen.
Het draagstel moet aangedaan worden vooraleer de
machine vast te haken en de riemen moeten geregeld
worden volgens de lichaamsbouw van de gebruiker.
Indien de machine voorzien is van meerdere bevesti-
gingsgaten, gebruik dan het gat dat een correct even-
wicht van de machine tijdens het gebruik het meest
bevordert.
Gebruik steeds een draagstel dat geschikt is voor het
gewicht van de machine:
– bij machines met een gewicht van minder dan 7,5
kg, kan men de modellen met enkele of dubbele
riem gebruiken;
– voor de machines die meer dan 7,5 kg wegen, wordt
alleen het model met dubbele riem gebruikt.
4.1.1 Modellen met enkele riem
De riem (1) komt over de linkerschouder, naar de rech-
terflank toe.
4.1.2 Modellen met dubbele riem
De riem (2) wordt gedragen met:
– de steun en de bevestigingshaak van de machine
rechts (2.1);
– de loskoppeling vooraan (2.2);
– de kruising van de riemen op de rug van de gebrui-
ker (2.3);
– de gesp correct vastgemaakt links (2.4).
9