8. Opslag van het aggregaat
Als het stroomaggregaat langdurig niet gebruikt wordt, moet u de handelingen voor het opslaan uitvoeren volgens onderstaande
aanwijzigingen.
Sluit de brandstofkraan (stand "OFF"), verwijder het bezinksel-opvangbakje en maak het leeg (cf. § Reinigen van het bezinksel-
opvangbakje).
Open de brandstofkraan (stand "ON") en vang de benzine uit de tank op in een passende bak.
Zet het bezinksel-opvangbakje terug op zijn plaats en schroef het zorgvuldig vast.
Tap de carburateur af door de aftapplug los te draaien. Vang de benzine op in een passende bak.
Ververs de motorolie af (cf. § Verversen van de motorolie).
Verwijder de bougie (cf. § Controle van de bougie) en giet maximaal 15 ml motorolie in de cilinder door het bougiegat en plaats de
bougie terug.
Laat de motor draaien zonder deze te starten om de olie in de cilinder te verdelen.
Reinig de buitenkant van het aggregaat, breng een roestwerend middel aan op de beschadigde delen en dek het aggregaat af met
een beschermhoes om het te beschermen tegen stof.
Bewaar het aggregaat op een schone en droge plaats.
9. Opsporen van kleine storingen
Problemen
Belasting aangesloten op het stroomaggregaat
tijdens het starten.
Luchtfilter verstopt.
Brandstofkraan gesloten.
Brandstofpeil onvoldoende.
De motor start niet
Brandstoffilter verstopt.
Oliepeil onvoldoende.
Brandstoftoevoer verstopt of lek.
Bougie defect.
Ventilatieopeningen verstopt.
Afslaan van de motor
Brandstofpeil onvoldoende.
Oliepeil onvoldoende.
Vermogensschakelaar(s) uitgeschakeld.
Geen elektrische
Voedingskabel van de apparaten defect.
stroom
Stopcontact defect.
Alternator defect.
Aangesloten apparaat of kabel defect.
Uitschakelen van de
vermogensschakelaars
Overbelasting (cf. § Capaciteit van het aggregaat).
After sales Frankrijk alleen:
Om contact op te nemen met de dichtstbijzijnde dealer, belt u onderstaande nummers:
Vermoedelijke oorzaken
* Deze handeling(en) moet(en) door een van onze technici worden uitgevoerd.
Mogelijke oplossingen
Maak de belasting los.
Reinig het luchtfilter (cf. § Reinigen van het
luchtfilter).
Open de brandstofkraan (fig. A - punt 14).
Vul de brandstoftank (cf. § Brandstoftank vullen).
Reinig het brandstoffilter (cf. § Reinigen van het
brandstoffilter).
Controleer het oliepeil en vul bij indien nodig.
Laten controleren, vervangen of repareren.*
Controleer de bougie (cf. § Controle van de bougie)
en vervang deze indien nodig.
Reinig de aanzuig- en persbeveiligingen.
Vul de brandstoftank (cf. § Brandstoftank vullen).
Controleer het oliepeil en vul bij indien nodig.
Schakel de vermogensschakelaar in (fig. A -
punt 12).
Vervang de kabel.
Laten controleren, vervangen of repareren.*
Laten controleren, vervangen of repareren.*
Maak het apparaat en de kabel los.
Hef de overbelasting op.