3
VeiligheiDsinsTRUCTies
Lees de gebruiksaanwijzing.
Deze gebruiksaanwijzing maakt integraal deel uit van het apparaat. Ze moet dan ook ter
beschikking worden gesteld aan de gebruiker. Een conform gebruik en een correcte manipula-
tie van het apparaat impliceren de naleving van de instructies die in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld. De gebruiker is als enige verantwoordelijk voor schade die zou kunnen voor-
tvloeien uit een niet-conform gebruik.
• Leef de instructies na in verband met het gebruik en de opslag van het apparaat;
• Het apparaat mag alleen worden geopend door een bevoegde technicus die door de fa-
brikant erkend is;
• Steek geen metalen voorwerpen in het apparaat. Anders stelt u zichzelf bloot aan het risico
van een elektrische schok, brand, kortsluiting of de emissie van gevaarlijke gassen;
• Stel het apparaat niet bloot aan waterspatten en plaats het ook niet op een te vochtige
plaats;
• Gebruik alleen de toebehoren die bij het apparaat worden geleverd of die als optie door
de fabrikant worden voorgesteld;
• Leg geen zware voorwerpen op het apparaat;
• Dit apparaat is niet steriel;
• Als het voedingssnoer beschadigd is, moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen. Het is
gevaarlijk om het apparaat met een beschadigd snoer te laten werken;
• Trek het snoer aan de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het snoer zelf;
• Trek de stekker uit het stopcontact als u van plan bent om het toestel de volgende dagen of
gedurende een langere tijd niet meer te gebruiken;
• Gebruik geen corrosieve of schurende producten om het apparaat te reinigen, maar alleen
de desinfecterende vloeistoffen waarvan het gebruik in hoofdstuk 8 wordt aangeraden;
• Controleer vóór ieder gebruik of het apparaat geen ruwe oppervlakken, scherpe randen of
uitsteeksels vertoont die veiligheidsproblemen zouden kunnen veroorzaken;
• Sluit het apparaat alleen aan op een voedingsnet dat met een beveiligingsaarding uitgerust
is om ieder risico van een elektrische schok te vermijden;
• Het is verboden om dit apparaat te wijzigen zonder dat de fabrikant daarvoor vooraf toes-
temming heeft verleend. Als het medische toestel wordt gewijzigd, moeten een controle en
een test worden uitgevoerd om na te gaan of het gewijzigde toestel aan de veiligheidsvoor-
schriften voldoet;
• Gebruik dit apparaat alleen bij mensen (patiënten) die in staat zijn om een endoscopie-
procedure te ondergaan;
• Het gebruik van andere slangen of toebehoren dan de slangen of de toebehoren die wor-
den gespecificeerd, kan leiden tot een storing van het apparaat of verkeerde metingen van
de momentane druk;
• De insufflator werd ontworpen voor professioneel gebruik in de operatieafdeling;
• Het gebruik van een steriele slang is verplicht, zodat de hygiëne tussen verschillende pa-
tiënten kan worden gewaarborgd en zodat iedere besmetting kan worden voorkomen;
• Laat het apparaat niet vallen. Wanneer dat toch gebeurt, mag u het apparaat niet opnieuw
gebruiken, maar moet u het eerst naar uw erkende distributeur ofwel rechtstreeks naar de
klantenservice van Sopro versturen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl er een interventie wordt uitgevoerd.
• Het gebruik van andere toebehoren, transducenten of kabels dan de toebehoren, trans-
ducenten of kabels die worden gespecificeerd (met uitzondering van de transducenten en
de kabels die door de fabrikant van de insufflator worden verkocht), kan leiden tot een toe-
- 172 -