• Gebruik een spons, een zachte pluisvrije doek of een zachte
borstel als hulpmiddel bij het verwijderen van grof vuil.
Let op: Geen water of lucht onder hoge druk gebruiken. Spoel het
hulpstuk niet af met zoutoplossing.
3. Reinigen
• Bereid een reinigingsoplossing met een basische detergens
of een enzymatische detergens met neutrale pH volgens de
instructies van de fabrikant betreffende de juiste temperatuur,
de waterkwaliteit (d.w.z. pH, hardheid) en de concentratie/
verdunning van het product.
• Dompel het hulpstuk volledig onder in reinigingsoplossing in
een geschikte houder en roer het handmatig 2 minuten lang
door de oplossing.
• Verwijder met een spons, een zachte pluisvrije doek of een
zachte borstel al het zichtbare vuil.
• Reinig canulaties van het hulpstuk voorzichtig met
een borstel terwijl het in de reinigingsoplossing is
ondergedompeld. Gebruik de ACB voor alle hulpstukken
behalve MA-D20-G1 en lagerhulzen van hulpstukken voor
minimale toegang. Gebruik de SDCB voor MA-D20-G1 en
lagerhulzen van hulpstukken voor minimale toegang. Als het
hulpstuk een loszethuls heeft (afbeelding 1), beweegt u de
huls en borstelt u het aldus blootgelegde gebied af.
Opmerking: Borstels kunnen worden ingebracht vanaf
het distale of het proximale uiteinde van hulpstukken en
lagerhulzen.
Waarschuwing: De ACB en SDCB zijn voor eenmalig gebruik
en mogen uitsluitend worden gebruikt om één set hulpstukken
te reinigen.
Let op: Gebruik voor MA-D20-G1 en lagerhulzen van hulpstukken
voor minimale toegang uitsluitend de SDCB. Druk de ACB of SDCB
niet met kracht in of door hulpstukken of lagerhulzen. Gebruik geen
pijpenragers.
Afbeelding 1
Loszethuls
141