plaatst u de prothese een nacht in een klein bakje met een
waterstofperoxideoplossing van 3%. Na het weken moet de
prothese grondig worden afgespoeld met kraanwater, volledig
worden gedroogd en vervolgens in een hersluitbare plastic
zak worden opgeborgen tot het volgende gebruik. Het wordt
aangeraden dat gebruikers twee protheses om de twee dagen
afwisselend gebruiken. Opmerking: Tijdens het weken in de
waterstofperoxide wordt gist die al aanwezig is op de prothese
niet verwijderd. Dit is alleen een aangeraden reinigingsmethode.
Als er gist op de prothese aanwezig is en voor lekkage zorgt,
moet de prothese worden vervangen.
Voorzorgsmaatregel: Steek een reinigingshulpmiddel nooit
diep in de prothese wanneer deze nog in de nek is geplaatst.
Gebruik voor het schoonmaken of insmeren van het implantaat
geen oplosmiddelen of producten op aardoliebasis. Deze
materialen kunnen siliconen beschadigen of ervoor zorgen dat
het implantaat niet goed meer werkt.
De stemprothese plaatsen
Zie de diagrammen op de achterkant van deze instructiehandleiding.
Opmerking: Controleer voor gebruik of het klepmechanisme
van de stemprothese intact is en correct functioneert. De klep
op de lagedruk-prothese zou plat moeten sluiten binnen de
prothese. De spleetklep op de duckbill-prothese zou zichtbaar
volledig moeten aansluiten.
1. Plaats de stemprothese alleen met een vergrotende
spiegel en een helder licht dat direct op de stoma is gericht.
Zorg dat uw handen schoon zijn. Plaats het uiteinde van het
inbrenginstrument in het open uiteinde van de prothese (zie
diagram 4). Zorg dat het klepje op de stemprothese niet wordt
samengedrukt of beschadigd. Pak de stemprothese vast bij de
aanhechting van het halsbandje om te voorkomen dat u het
gedeelte dat in de punctie komt, moet aanraken.
2. Bevestig het halsbandje stevig aan de veiligheidspen op het
inbrenginstrument zoals weergegeven in diagram 5. Dit is om te
voorkomen dat het hulpmiddel per ongeluk losraakt tijdens het
inbrengen in de punctie.
86 | 37531-01F