Nederlands
5.3.3. Oliepeil in de afdichtingsruimte controleren
("Fig. 4: Sluitpluggen")
De afdichtingskamer heeft telkens een afzon-
derlijke opening voor het legen en vullen van de
afdichtingsruimte.
1.
Hydraulisch systeem horizontaal op een vaste
ondergrond neerzetten.
Let erop dat het hydraulische systeem niet kan
omvallen en/of wegglijden!
2.
Sluitplug (D+) eruit draaien.
3. Geschikt reservoir onder de sluitplug (D-) plaat-
sen om de bedrijfsstof op te vangen.
4.
Sluitplug (D-) eruit draaien en bedrijfsstof aflaten.
Als de olie helder is, geen water bevat en de
hoeveelheid overeenkomt met de voorgeschreven
hoeveelheid, kan deze opnieuw worden gebruikt.
Als de olie is vervuild, moet deze volgens de
instructies in het hoofdstuk "Afvoeren" worden
afgevoerd.
5.
Sluitplug (D-) reinigen, van een nieuwe dichtings-
ring voorzien en er weer in draaien.
6.
Vul de bedrijfsstof via de opening (D+) (hoeveel-
heid: 1600 ml). Neem de aanbevolen bedrijfsstof
in acht!
7.
Sluitplug (D+) reinigen, van een nieuwe dich-
tingsring voorzien en er weer in draaien.
5.3.4. Stationaire droge opstelling
Bij dit type inbouw is er sprake van een gedeelde
bedrijfsruimte: Opvangbak en machineruimte. In
de opvangbak wordt het medium opgevangen,
in de machineruimte is het hydraulische systeem
gemonteerd. De bedrijfsruimte moet volgens
dimensionering resp. ontwerprichtlijn van de
fabrikant ingericht zijn. Het hydraulische systeem
wordt op de genoemde plaats in de machineruim-
te met het leidingsysteem aan zuig- en aan de
perszijde verbonden. Het hydraulische systeem
zelf is niet in het medium ondergedompeld.
Het leidingsysteem aan zuigzijde en aan de pers-
zijde moet zelfdragend zijn, d.w.z. dat het niet
door het hydraulische systeem ondersteund mag
worden. Verder moet het hydraulische systeem
spannings- en trillingsvrij op het leidingsysteem
aangesloten worden. Wij raden daarom het ge-
bruik van elastische aansluitstukkken (compen-
satoren) aan.
De volgende bedrijfsparameters moeten worden
gerespecteerd:
• De max. mediumtemperatuur bedraagt 70 °C.
• Motorkoeling - Om ervoor te zorgen dat de
motorventilator de motor voldoende koelt, moet
de minimumafstand t.o.v. de achterwand worden
gerespecteerd. Neem het bedienings- en onder-
houdshandboek van de motor in acht!
• Max. omgevingstemperatuur - Neem het bedie-
nings- en onderhoudshandboek van de motor in
acht.
Het hydraulische systeem is niet zelfaanzui-
gend, daarom moet het hydraulische huis volle-
dig met het medium gevuld zijn. Let erop dat de
toevoerdruk overeenkomt. Luchtbellen moeten
absoluut worden vermeden. De nodige ontluch-
tingen moeten worden ingebouwd!
58
Fig. 3: Stationaire droge opstelling
1
Opvangbak
2
Machineruimte
3
Afsluiter toevoer
4
Afsluiter drukleiding
5
Terugslagklep
Stappen
1.
Hydraulisch systeem installeren: ca. 3-5 u
• Leidingsysteem op vast zitten controleren.
• Hijsmiddel aan de desbetreffende aanslagpun-
ten bevestigen en het hydraulische systeem
aan de gewenste plaats positioneren.
• Hydraulisch systeem aan het fundament beves-
tigen (6x bevestigingspunten: 4x hydraulisch
systeem, 2x steun). Wij raden aan om voor de
bevestiging ankerbouten te gebruiken.
Aanwijzing: Het hydraulische systeem is opge-
bouwd volgens het ontwerp "back-pull-out".
Dit betekent dat de motor, lagerhuis en waaier
als een geheel kan worden gedemonteerd,
zonder dat het hydraulische huis uit de leiding
moet worden gedemonteerd. Hiervoor moet
een minimumafstand tussen motorventilator en
achterwand van 500 mm gerespecteerd worden.
• Bevestigingsmiddel verwijderen en het hijsoog
op het drukstuk demonteren.
Bewaar het hijsoog op voor later transport!
• Het leidingsysteem aan zuig- en perszijde
aansluiten. Om te garanderen dat de aanslui-
ting van het leidingsysteem spanningsvrij en
trillingsvrij is, raden wij aan om elastische aan-
sluitstukken (compensatoren) te gebruiken
• De spanningskabels (moet door de klant wor-
den geplaatst) volgens de lokale voorschriften
aanleggen.
• Elektrische aansluiting door elektrotechnicus
laten uitvoeren.
2.
Installatie van optioneel toebehoren als bijv.
alarmschakelkast voor vochtdetectie.
3. Hydraulisch systeem in bedrijf nemen: ca. 2-4 h
• Volgens hoofdstuk "Inbedrijfname"
• Schuifafsluiter aan zuig- en aan de perszijde
openen.
• Hydraulisch systeem en leidingsysteem ont-
luchten.
5.4. Elektrische aansluiting
LEVENSGEVAAR door elektrische stroom!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat er levensgevaar door elektrische
schok. Elektrische aansluiting uitsluitend door
een elektrotechnicus met toelating door het
plaatselijke energiebedrijf en overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften laten
uitvoeren.
OPSTELLING
6
Compensator
7
Hydraulica
8
Normmotor
Bevestigingspunten
9
voor bodembevestiging
WILO SE 12/2015 V05 DIN A4