Instructies Voor De Erkende Installateur; Plaatsing Van Het Toestel; Verplichte Normen, Technische En Algemene Bepalingen; Rookafvoer Voor Toestellen Van Het Type "A - Modular 7 Serie Instrucciones De Uso

Placas de cocción – cocinas con horno de gas y eléctrico - cocinas todaplaca de gas
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 33

4. INSTRUCTIES VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR.

4.1

PLAATSING VAN HET TOESTEL.

Haal de apparatuur uit de verpakking, verzeker u ervan dat ze
heel is en gebruik haar in geval van twijfel niet, maar wend u tot
vakmensen.
Zet het apparaat altijd onder een afzuigkap. Nadat het geplaatst
is, dient het met behulp van de pootjes waterpas te worden gezet.
De aankoppeling van het toestel moet altijd uitgevoerd worden
met vaste leidingen in verzinkt staal of koper.
De verbindingsschroefdraden dienen altijd gasdicht te zijn, wat
moet worden gegarandeerd door materiaal dat gecertificeerd is
voor het gebruik met gas.
Als het toestel tegen een muur wordt geplaatst in contact met
ontvlambare materialen moet steeds een warmtebestendige
isolator tussen de muur en het toestel geplaatst worden. Ofwel
moet er een vrije ruimte van 200 mm tussen de muur en het
toestel gelaten worden.
De gastoevoer naar het toestel en de ruimte waar de toestellen
geplaatst worden moeten voldoen aan de daarvoor geldende
normen.
Alvorens de apparatuur aan te sluiten, dient u te controleren dat
het gas waar deze voor gemaakt is en het beschikbare gas met
elkaar overeenstemmen..
overeenstemmen, dient u te handelen als wordt beschreven in de
paragraaf "Aanpassingen voor werking met andere gassen".
Breng altijd een afsluitkraan aan tussen elk toestel en de
gasleiding.
Ga na of er voldoende ventilatie is in de lokalen voor gebruik van
het toestel, wetende dat er voor verbranding 2m³/u verse lucht
nodig is voor elke geplaatste kW.
4.2
VERPLICHTE NORMEN, TECHNISCHE EN ALGEMENE
BEPALINGEN.
Normen UNI-CIG 8723, omzendbrief M.I. nr. 68 van 25/11/69 en
varianten.
Normen voor ongevalpreventie.
4.3
ROOKAFVOER VOOR TOESTELLEN VAN HET TYPE
"A".
De lokalen waar de apparaten geplaatst worden moeten voorzien zijn
van een afvoer voor verbrandingsresten. Deze afvoer moet voldoen
aan de plaatsingsnormen. Onze apparaten worden beschouwd als
zijnde gastoestellen van het type "A" (zie tabel technische gegevens) en
zijn dus niet geschikt om geplaatst te worden met enkel een natuurlijke
afvoer van verbrandingsresten.
De rook moet geëvacueerd worden door middel van speciale
afzuigsystemen of gelijkwaardige apparaten die verbonden zijn met een
daarvoor geschikte schouw of die de verbrandingsresten rechtstreeks
naar de open lucht evacueren.
Omgekeerd is het mogelijk een luchtzuiger te plaatsen die rechtstreeks
buitenlucht aanzuigt met ten minste het in tabel 1 gewenste vermogen
en rekening houdende met de voor de werknemers noodzakelijke
luchtverversing.
4.4
ROOKAFVOER VOOR TOESTELLEN VAN HET TYPE
"B".
De lokalen waar de apparaten geplaatst worden moeten voorzien zijn
van een afvoer voor verbrandingsresten. Deze afvoer moet voldoen aan
de plaatsingsnormen. Onze apparaten worden beschouwd als zijnde
gastoestellen van het type "B" (zie tabel technische gegevens) en zijn
geschikt om geplaatst te worden met enkel een natuurlijke afvoer voor
verbrandingsresten en kunnen dus bijvoorbeeld verbonden worden met
een goed trekkende schouw of ook nog kunnen de verbrandingsresten
rechtstreeks naar de open lucht geëvacueerd worden of ze kunnen via
een systeem van gedwongen afvoer via bijvoorbeeld een dampkap met
afzuigsysteem geëvacueerd worden.
Wanneer geopteerd wordt voor een systeem van gedwongen evacuatie
van de verbrandingsresten moet de gastoevoer van het apparaat
rechtstreeks verbonden zijn met het afzuigsysteem zodat de gastoevoer
onderbroken wordt als de afzuigcapaciteit onder de toegelaten waarden
daalt.
Herstel van de gastoevoer moet manueel mogelijk zijn.
plaatsing onder dampkap moet de opening van het afzuigsysteem
binnen de omtrek van het apparaat geplaatst worden ten minste 1,80 m
boven het grondoppervlak (zie schema).
Als deze twee niet met elkaar
Bij
GEDWONGEN AFVOER
dampkap
schoorsteenkap
1,8 m
E : elektrische koppeling
NOTA : de schoorsteenkap wordt geleverd na
bestelling.
NATUURLIJKE AFVOER
Tochtonderbreker
1,8 m
NOTA : de tochtonderbreker wordt geleverd na
bestelling.
4.5

CONTROLE VAN GASLEKKEN.

Na plaatsing van het apparaat moet de installatie op gaslekken
gecontroleerd worden. Controleer de verbindingen van de gasleidingen
met behulp van water en zeep. Zijn er lekken dan zullen er zich bellen
vormen. Gebruik nooit vlammen om lekken op te sporen.
Wanneer het toestel gebruiksklaar is controleer dan nogmaals
door de gasmeter gedurende 30 minuten te observeren zonder
dat er doorstroming of verbruik van gas is.

5. ONDERHOUD.

De kwaliteit en de precisie waarmee de toestellen vervaardigd werden
verminderen het onderhoud van de apparaten tot een minimum. Wel is
het aan te raden de toestellen minstens tweemaal per jaar te doen
controleren door gekwalificeerde technici.
N.B.
De fabrikant verwerpt elke vorm van verantwoordelijkheid voor
schade die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van een
foute plaatsing, slecht onderhoud, niet voorziene ingrepen op de
apparaten, verkeerd gebruik of het niet naleven van de
brandpreventie en veiligheidsnormen voor gasinstallaties.
5.1
AANPASSINGEN
VOOR GEBRUIK MET ANDERE

GASSEN - TOP BRANDERS.

De apparaten zijn getest en afgesteld voor gebruik met aardgas (zie
identificatieplaatje bij aanvoerkoppeling gasleiding aan toestel).
Ga voor het gebruik met andere gassen als volgt te werk:
De ombouw
moet uitgevoerd worden door speciaal daarvoor
opgeleide technici.
40

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

252.178.02

Tabla de contenido