T [°C]
20
K
[m]
0,2
T
H [m]
0
K
[m]
0
H
4.6 MINIMAAL NOMINAAL DEBIET
Om de oververhitting van de inwendige onderdelen van de pomp te voorkomen, mag hij niet gebruikt worden bij een debiet lager dan het
minimale nominale debiet.
OPGELET
Gevaar in verband met de apparatuur en de werking.
Laat de pomp niet langer dan een paar seconden functioneren ten aanzien van een gesloten afvoerklep.
De onderstaande curve toont het vereiste minimale debiet als een percentage van het nominale debiet van de pomp ten opzichte van de
vloeistoftemperatuur
4.7 ELEKTRISCHE GEGEVENS
Zie het typeplaatje van de motor.
OPGELET
Gevaar in verband met de apparatuur en de werking.
Controleer of de voedingsspanning, de fasen en de frequenties overeenkomen met de specificaties van de motor.
4.8 AANTAL STARTS PER UUR
Motoren tot en met 4 kW: Maximaal 100 starts per uur. Motoren van 5,5 kW en hoger: Maximaal 40 starts per uur.
OPGELET
Gevaar in verband met de apparatuur en de werking.
Gebruikt u een ander merk motor, controleer dan de aanwijzingen van de fabrikant inzake de maximale startfrequentie.
30
40
50
60
0,4
0,8
1,3
2,2
500
1000
1500
2000
0,55
1,10
1,65
2,20
VERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
70
80
90
100
3,3
5,0
7,4
11
2500
3000
2,75
3,30
110
120
15
22
NL
89