Tabla de contenido
Publicidad
BELANGRIJK: Om onnodige service te vermijden moet de pomp vóór enig onderhoudswerk worden getest. Raadpleeg de
Testprocedure- en Probleemoplossingsecties.
Deze onderhoudsinstructies omvatten slechts het basisgedeelte van de pomp van de volledige pompmontage, en is niet volledig.
In het gehele document zijn er bepaalde veronderstellingen gemaakt dat de technicus in staat is versleten onderdelen te kunnen
identificeren en de juiste gereedschappen heeft om de vereiste reparaties en tests uit te voeren.
Voor informatie over de overige pompmontage raadpleegt u het reparatieonderdelenblad voor uw specifieke apparaat.
2.0 DEMONTAGE
2.1 Demonteer de hydraulische pompmontage.
1.
Zorg er vóór het demonteren voor dat de pomp van de
netspanning afgesloten is.
2.
De pomp van de dekplaat verwijderen.
3.
Het inlaatfilter verwijderen door aan het uiteinde dat dichtst
bij de pomp is te trekken. Wees voorzichtig en trek niet aan
het gaasscherm: het zou beschadigd kunnen worden.
4.
Als dit een pomp met 6 zuigers is (let op het aantal
gelijkliggende bougies in de zuigerring), moet u eerst met
een 5 mm allensleutel de 6 schroeven verwijderen (figuur
2b, item 6) die zich bovenop de pomp bevinden.
5.
Verwijder vervolgens de 12 schroeven (figuur 5, item 5)
onderaan de pomp met een 5 mm allensleutel.
6.
Trek de tandwielpompmontage omhoog (figuur 1, item
4) om hem van de zuigerring te verwijderen. Controleer
de conditie van de twee o-ringen die zich tussen de
tandwielpomp en zuigerring bevinden.
7.
Verwijder de bovenste ring (figuur 3, item 4).
8.
Trek de zuigerring omhoog (figuur 1, item 3) om hem uit de
pomp te verwijderen. N.B.: de zeskant-nok kan er samen
met de montage uit komen. Dit houdt de zuigers binnen, als
u er geen onderhoud aan hoeft verrichten.
9.
Verwijder de krukasmontage (figuur 1, item 2) uit de
bovenste plaat. Controleren op slijtagetekenen van de
krukas. Als er materiaal uit de lagergebieden ontbreekt,
moet de krukas worden vervangen. Controleer ook de
binnendiameter van de zeskant-nok op slijtage.
10. Indien aanwezig, verwijder de centreerring (Fig. 3B item 7).
2.2 Demonteer de zuigerringmontage
(zie figuur 4.)
1.
Verwijder de zeskant-nok (figuur 3, item 6) uit de
zuigerrringmontage (figuur 1, item 3). N.B.: Wees voorzichtig,
want de zuigers zijn veerbelast en kunnen er plotseling
uitspringen.
2.
Verwijder de zuigers (item 15) en veren (item 16).
3.
Demonteer de bypass-klep door de sluitdop (item 12) ervan
te verwijderen met een 21 mm [13/16 in.] sleutel. Na het
verwijderen van de sluitdop van de bypass-klep trekt u de
veer (item 11) en zuiger (item 8) er uit.
N.B.: Als de zuiger niet met de vingers kan worden verwijderd
moet u het met een (bek)tang proberen (gebruik een "zachte"
bek, zodat de zuiger niet beschadigd wordt).
4.
Controleer om te verzekeren dat de reserve-ring (item 9) en
o-ring (item 10) op de bypass-zuiger (item 8) beide in goede
conditie verkeren.
5.
Vóór het demonteren van de controlekleppen zijn er een
aantal controles die moeten worden uitgevoerd om te
bepalen of de controlekleppen in slechte staat verkeren.
Dit is een snelle manier om de integriteit van uw
controlekleppen te verifiëren.
De zuigerringmontage (figuur 1, item 3) moet na de demontage
nog olie vertonen. Als de zuigerring droog is, moet u olie in
de zuigerboringen aanbrengen voordat de zuiger in de boring
wordt teruggeplaatst. Met de zuigerringmontage (figuur 1, item
3) in uw handen installeert u één zuiger (item 15) en veer (item
16) in een zuigerboring. Bedek de uitlaat-o-ring (item 13) met
uw duim en duw de zuiger (item 15) langzaam in de boring. Let
op de inlaatzitting (item 3) om te controleren of er olie en lucht
uit komt bruisen. Als de inlaatzitting goed is moet u er niets uit
zien komen (inlaatzitting, item 3), en zult u een hoge druk krijgen
die probeert uw duim van de uitlaat-o-ring af te duwen.
Om de uitlaatzitting (item 6) te controleren bedekt u hem
(inlaatzitting, item 3) met uw duim. Duw de zuiger (item 15)
langzaam in de zuigerboring; de uitlaatzitting (item 6) kan olie
sproeien, dus wees voorzichtig om het van u weg te richten.
Nadat de zuiger er volledig ingedrukt is, laat u hem los. Let op
de uitlaatzitting (item 6) om te controleren of er olie en lucht
rondom de kogel (item 4) bruisen. Als de uitlaatzitting goed
werkt moet er geen olie-/luchtbeweging rondom de uitlaatkogel
voorkomen, en moet de inlaatzitting sterke vacuümkracht op
uw duim uitoefenen.
Dit is de meer gedetailleerde manier om de integriteit van uw
controlekleppen te verifiëren, en moet alleen door een ervaren
technicus worden uitgevoerd. Dit is tijdrovend en moeilijk
werk, en moet alleen worden uitgevoerd als het absoluut
noodzakelijk is.
Verwijder alle zuigers van de zuigerring. Verwijder de
krukasmontage van de bovenste plaat. Installeer de zuigerring
op de bovenste plaat met 12 M6x1,0x35 bouten (Enerpac-
onderdeelnr. CCA627028-1A). Haal de bouten tot 13,5-16 Nm
(120-144 in./lbs) aan. Als dit een pomp met 6 zuigers is, draait
u de pomp om en schroeft u de 6 bouten (figuur 2, item 6) weer
in de bovenste plaat met 13,5-16 Nm (120-144 in./lbs) torsie.
Voer een tegendruktest uit t/m 345 bar (5.000 psi), en let erop
of er olie uit de zuigerboringen te voorschijn komt. Dit toont u of
u slechte uitlaatcontroles hebt die moeten worden vervangen.
De controle op de inlaatzittingen is gecompliceerd en moet
worden vermeden. De krukasmontage (figuur 1, item 3) moet in
de bovenste plaatmontage (figuur 1, item 1) worden geïnstalleerd.
Alle zuigers (item 15) moeten in de zuigerring (item 1) worden
geïnstalleerd. Schroef de zuigerringmontage (figuur 1, item 2)
op de bovenste plaat met 12 M6x1,0x35 bouten (Enerpac-
onderdeelnr. CCA627028-1A). Laat de tandwielpompmontage
(figuur 1, item 4) er af, zodat de inlaatzittingen zichtbaar zijn.
Haal de bouten aan tot 13,5-16 Nm (120-144 in./lbs). Als dit een
pomp met 6 zuigers is, draait u de pomp om en schroeft u de 6
bouten (figuur 2, item 6) weer in de bovenste plaat met 13,5-16
Nm (120-144 in./lbs) torsie. De bougie aan de buitenkant van
de zuigerring moet worden verwijderd met een 4 mm [5/32
in.] allensleutel. Er moet een 1,6 mm (1/16 in.) NPT-fitting in
de poort worden geïnstalleerd en op een handpomp worden
gekoppeld; de Enerpac-onderdeelnr. CK911032 kan worden
gebruikt in combinatie met een 700 bar (10.000 psi) slang. Draai
de krukas, zodanig dat de te testen zuiger zo diep mogelijk in
de boring zit. De uitlaat van de pompmontage moet worden
dichtgestopt. Pas tegendruk toe op de poort met 345 bar (5000
55
Publicidad
Tabla de contenido
