nl
6.5.5.2
Bewaking afdichtingsruimte (ex-
terne elektrode)
6.5.6
Instelling van de motorbeveiliging
6.5.6.1
Directe inschakeling
6.5.7
Bedrijf met frequentie-omvormer
7
Inbedrijfname
7.1
Personeelskwalificatie
7.2
Plichten van de gebruiker
7.3
Controle van de draairichting (al-
leen bij draaistroommotoren)
194
Inbedrijfname
Activeringstoestand bij temperatuurregeling en -begrenzing
Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet het bereiken van
de drempelwaarde tot de volgende activeringstoestand leiden:
▪ Temperatuurbegrenzing (1 temperatuurcircuit):
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling plaatsvinden.
▪ Temperatuurregeling (2 temperatuurcircuits):
Bij het bereiken van de drempelwaarde voor de lage temperatuur kan een uitschakeling
met automatische herinschakeling plaatsvinden. Bij het bereiken van de drempelwaarde
voor de hoge temperatuur moet een uitschakeling met handmatige herinschakeling
plaatsvinden.
Neem ook de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!
Sluit de externe elektrode aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "NIV 101/A" aan-
bevolen. De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een waarschuwing of uitschakeling
plaatsvinden.
VOORZICHTIG
Aansluiting van de bewaking van de afdichtingsruimte
Als er bij het bereiken van de drempelwaarde alleen een waarschuwing wordt geacti-
veerd, kan de pomp door het binnendringende water onherstelbaar worden bescha-
digd. Aanbevolen wordt om in dergelijke gevallen altijd voor uitschakeling van de
pomp te zorgen!
Neem ook de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!
De motorbeveiliging moet afhankelijk van het geselecteerde inschakeltype worden in-
gesteld.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in volledige belasting in op de nominale
stroom (zie typeplaatje). Bij deellastbedrijf wordt aanbevolen om de motorbeveiligings-
schakelaar 5 % boven de gemeten stroom in het bedrijfspunt in te stellen.
Het bedrijf op een frequentie-omvormer is niet toegestaan.
WAARSCHUWING
Voetletsel als gevolg van ontbrekende beschermingsuitrusting!
Tijdens werkzaamheden bestaat risico op (ernstig) letsel. Draag veiligheidsschoenen!
▪ Elektrische werkzaamheden: Elektrische werkzaamheden moeten door een elektro-
monteur worden uitgevoerd.
▪ Bediening/besturing: Het bedienend personeel moet geïnstrueerd zijn over de werking
van de volledige installatie.
▪ Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften bij de pomp of
op een daarvoor bestemde plek.
▪ Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van
het personeel.
▪ Het garanderen dat het volledige personeel de inbouw- en bedieningsvoorschriften
heeft gelezen en begrepen.
▪ Het garanderen dat alle veiligheidsvoorzieningen en nooduitschakelingen actief zijn en
gecontroleerd zijn op storingsvrije werking.
▪ De pomp is geschikt voor toepassing in de opgegeven bedrijfsomstandigheden.
De pomp is af fabriek gecontroleerd en ingesteld op de juiste draairichting voor een
rechtsdraaiend draaiveld. De aansluiting is gebeurd volgens de specificaties in het
hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
WILO SE 2018-05