Opstarten, Gebruik En Instelling Van De Filter; Vullen Van De Filter Met Water En Andere Voorbereidingen - Aquael Unimax Professional FZKN 500 Manual Del Usuario

NEDERLANDS
162
Fig. 14. Op de figuur – gezien van de binnenkant van het aquarium – wordt een voorbeeld gegeven van de opstelling
van de aanvoeronderdelen. De manier waarop de aanvoeronderdelen geplaatst worden kan aangepast worden aan
de vorm van het aquarium. U moet er wel rekening mee houden, dat het niveau in het aquarium duidelijk zal zakken
wanneer de filter water uit het aquarium zal zuigen om zichzelf te vullen. Tijdens deze operatie zal er ongeveer 13-14
liter water uit het aquarium in de filter stromen (voor FZKN 500) of ongeveer 18-19 liter (voor FZKN 700), en de aan-
zuigonderdelen, d.w.z. het aanzuigbuisje (38) en/of het aanzuigmandje (40) moeten zelfs aan het einde van dit proces
volledig onder water zitten. Daarom moet u ervoor zorgen dat de onderdelen (38) en (40) met behulp van een gepast
aantal verbindingsbuisjes (35) en zo diep mogelijk in het water zitten.
Fig. 15. Op de figuur – gezien van de binnenkant van het aquarium – wordt de tijdelijke opstelling van de afvoeronder-
delen getoond. Waarom „tijdelijk"? Dit moet even uitgelegd worden:
Tijdens het vanzelf vullen van de filter met water uit het aquarium (deze operatie wordt beschreven in punt 6) moeten
de uiteinden van de afvoerwegen voor het water, net zoals bij het aanvoersysteem, ondergedompeld zijn in het water,
omdat tijdens deze operatie het water niet alleen door de aanvoerelementen naar binnen gezogen wordt volgens figuur 14,
maar ook door de afvoerleidingen.
Daarom is het voor deze 'tijdelijke' opstelling belangrijk dat:
• de uiteinden van de leidingen zo diep mogelijk in het water zit,
• de uiteinden van deze buizen afgesloten is met roosters – bv. met onderdelen (38) (anders kunnen er kleine visjes in
de filter gezogen worden).
Fig. 16-17. Afhankelijk van de plaats van de filter en van de aan- en afvoersystemen aan de rand van het aquarium, moe-
ten er vier stukken gesneden worden van de buigbare leiding (18) die in één stuk meegeleverd is. De slangen kunnen
verschillende lengtes hebben, afhankelijk van de plaats van de filter in het aquarium.
De onderste uiteinden van de aanvoerleidingen moeten stevig in de aanvoerverbindingen van de filter met opschrift
"IN" geplaatst worden en beveiligd worden met klemmoeren (17). De bovenste uiteinden van deze leidingen moeten op
dezelfde manier aangesloten worden op de buitenste verbindingsbuisjes van het aanvoersysteem (figuur 14). Ook hier
moeten ze beveiligd worden met klemmoeren (figuur 13).
De afvoerleidingen moeten op dezelfde manier aangesloten worden: onderaan aan de afvoerverbindingen van de filter
met opschrift „OUT" en bovenaan aan het afvoersysteem (figuur 15). Vergeet hierbij niet om alle uiteinden met klem-
moeren (17) te beveiligen.
OPMERKINGEN:
• Om lekken te voorkomen moeten de uiteinden van de buigbare leidingen recht afgesneden worden en stevig in de ver-
bindingsbuisjes gestoken worden.
• Om de buigbare leidingen zo lang mogelijk te kunnen gebruiken, moeten ze zo recht mogelijk van de filter naar het aqu-
arium geleid worden, zodat ze niet los hangen en niet dubbel geplooid of verward zijn (fig. 17).
Eventuele plooien in de buigbare leidingen kunnen rechtgetrokken worden in warm water, waarin de leidingen zacht wor-
den. De uiteinden van de slangen kunnen zacht gemaakt worden in warm water, wat hun aansluiting vergemakkelijkt.
Om de bovenvernoemde handelingen uit te voeren moet het besturingssysteem (16) niet weggenomen worden. U kan het
systeem echter wegnemen als dit het aankoppelen van de buigbare leidingen vergemakkelijkt of als u het systeem grondiger
wil bekijken. De manier waarop het besturingssysteem weggenomen en opnieuw geïnstalleerd kan worden, is beschreven in
punt 7.1, zie figuur 21, en in punt 7.4, zie figuren 27-29.

6. OPSTARTEN, GEBRUIK EN INSTELLING VAN DE FILTER

Na alle voorbereidende handelingen, die beschreven werden in hoofdstuk 5, moet het aquarium – als het nog leeg is
– zo hoog mogelijk gevuld worden met water.

6.1. Vullen van de filter met water en andere voorbereidingen

Fig. 18. Draai het besturingssysteem (16) in het deksel (1) 45° in wijzerzin in de richting van het pijltje I totdat het niet
meer verder kan, dus tot in de positie op de figuur. In die positie zijn alle aanvoeren en afvoeren van de filter gesloten.
[Tijdens deze handeling schuift de draaiblokkade (19) lichtjes uit, maar dit is hier van geen belang.]
Trek het uiteinde van de hulppomp „P" naar boven, pomp er enkele keren (5÷10) energiek mee volgens het pijltje II en
plaats het dan weer in de onderste positie. Op die manier wordt een deel van de lucht uit de filter gepompt en wordt
er binnenin onderdruk gevormd.
Direct na het uitvoeren van deze pompbewegingen moet het besturingssysteem met een energieke beweging terug
in zijn uitgangspositie geplaatst worden (zoals bv. aangegeven op figuur 16). Door de onderdruk wordt het automati-
sche aanzuigen van water uit het aquarium naar de filter gestart. In de eerste fase kan dit proces langzaam verlopen,