De trekker gebruiken
7.5.4.1
De maaier inschakelen
OPMERKING
Het maaiwerk mag pas worden ingescha-
keld wanneer de motor al ongeveer een
minuut is warmgedraaid!
Wanneer u de maaier inschakelt, mag de
gazontrekker niet in hoog gras staan.
1. Start de motor.
2. Zet de regelaar (01/2) voor het motortoeren-
tal op bedrijfsstand.
3. Zet de maaier met de hendel (04/1) op de
hoogste maaihoogte.
4. Schakel de maaier in met de tuimelschake-
laar (04/2) (stand 'I').
5. Zet de maaier met de hendel (04/1) op de ge-
wenste maaihoogte.
6. Begin te rijden met de gazontrekker.
7.5.4.2
Maaibedrijf bij achteruitrijden
OPMERKING
Wanneer enkel het pedaal voor achteruit-
rijden wordt ingedrukt, wordt de maaier
uitgeschakeld.
1. Druk de knop "achteruitmaaien" (01/4) in en
binnen 5 seconden het pedaal (02/2) om ach-
teruit te rijden.
WAARSCHUWING!
Kans op ongevallen bij het achteruit-
maaien!
Houd het gebied achter u in de gaten tij-
dens het achteruitmaaien!
Achteruitmaaien enkel indien nodig!
7.5.4.3
De maaier uitschakelen
WAARSCHUWING!
Gevaar door messen die blijven draai-
en!
Een (na)draaiend snijmes kan handen en
voeten snijden! Houd handen en voeten
daarom uit de buurt van het messensys-
teem!
1. Schakel de maaier met de tuimelschakelaar
(stand '0') uit (04/2).
De maaier kan zowel in stilstand als wanneer de
trekker rijdt, worden uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door eruit geslin-
gerde voorwerpen!
Bij het kruisen van grind- en steenslagop-
pervlakken kunnen voorwerpen in de
draaiende maaier worden getrokken en
vervolgens eruit worden geslingerd.
■
Schakel de maaier altijd uit wanneer
u op andere ondergrond dan gras
rijdt.
7.5.4.4
De grasopvangbak leegmaken
OPMERKING
Wanneer de grasopvangbak gevuld is,
klinkt een akoestisch signaal. De bak
moet ten laatste nu worden leeggemaakt.
■
het leegmaken van de grasopvangbak kan
vanop de bestuurdersstoel worden uitge-
voerd.
■
Wanneer bij ingeschakelde maaier de gras-
opvangbak omhoog wordt geklapt of opge-
hangen, slaat de motor af.
■
Wanneer de grasopvangbak niet correct is
vastgeklikt, kan de maaier niet worden inge-
schakeld.
De grasopvangbak met de bedieningshendel
leegmaken
1. Trek de bedieningshendel (09/1) uit de gras-
opvangbak (09/a).
2. Druk de hendel in de rijrichting om de gras-
opvangbak te openen (09/b).
3. Beweeg de grasopvangbak met de hendel
naar achteren (10/a) totdat de bak vastklikt
(10/b).
7.5.4.5
Mulchen
Voor een optimaal mulchresultaat moet het gras
regelmatig worden gemaaid (ong. 1 tot 2 keer per
week). Maai daarbij 1/3 van de hoogte van het
gras af (bijv. 6 cm hoogte, 2 cm maaien). Daar-
door wordt het gemaaide gras secuur in het nog
resterende gazon verwerkt.
Mulching-wiggen zijn optioneel verkrijgbaar voor
alle gazontrekkers.
Uitworp aan achterzijde ombouwen naar
mulchen
1. Grasopvangbak verwijderen.
2. Mulching-wig (13/1) in uitwerpkanaal (13/2)
plaatsen.
65